Generatie III van de genealogie van Rijswijk
III - 1 (kind van
II-1)
Jan Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1442/1450, ambachtsheer van
Rijswijk, overl. ca. 1500/1501 tr. NN.
Hieruit bekend:
- Adriaen van Rijswijck, geb.
ca.1465/1475 vermoedelijk geen nakomelingen.
- Gerrit van Rijswijck, geb. ca.
1465/1475, volgt IV-1.
- Elisabeth van Rijswijck, geb.
ca. 1465/1475, volgt IV-2.
- Anna van Rijswijck, geb. 1465/1475.
Zij woonde te Waspik en na 1533 in Gorinchem.
- Cornelis van Rijswijck, geb.
ca. 1480.
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol. 39, 1485: Jan Jansz. van Rijswijck wordt
beleend met het huis en gerecht van Rijswijk na het
overlijden van zijn vader Jan Glimmersz. van Rijswijck.
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol. 39, 12-11-1501: Adriaen Jansz. van
Rijswijck wordt beleend met het huis en gerecht van
Rijswijk na het overlijden van zijn vader Jan Jansz. van
Rijswijck.
- Waterschap Oudland van
Altena, Dijkboek
inv. 25 fol. 58v, 1500/1514: "Sinte Stevens altaar
tot Rijswijc, Adriaen van Rijswijck Jansz. met sijn
suster tot Waspeeck. VII mg. waarvan III mg. nieu lant".
- Gorinchem
R61, fol. 21,
9-3-1534: Joncfr. Anna Jan van Rijswijck dochter maeckt
machtich heer Peter Schilders priester ende cappellaen
tot Drunen omme horen goeden soe waer die gelegen sijn te
regeren, hoor schulden, renten ende pachten in te manen,
op te boren ende te ontfangen.
- Gorinchem
R63, fol. 92v,
23-9-1537: Joncfr. Anna Jansdr. van Rijswijck maakt
machtig Joost van Rijswijck haar neef, onze mede schepen,
toonder van deze (brief) om van harentwege te verkopen
alzulke goederen als zij comparante liggende heeft in de
heerlijkheid van Loon. In forma communis.
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol. 39v, 24-1-1543: Op deze datum wordt Cornelis
Jansz. van Rijswijck beleend met de ambachtsheerlijkheid
van Rijswijk. De belening gaat uiteindelijk echter niet
door. Blijkbaar is zijn neef Sweer Gerritsz. van
Rijswijck toch de echte leenvolger, want drie dagen later
wordt deze met dit leen beleend. Zie aldaar.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 13 fol. 82, 24 en 27-1-1543: Binnen drie
dagen worden zowel Cornelis Jansz. als Sweer Gerritsz.
beleend met de ambachtsheerlijkheid van Rijswijk.
III - 2 (kind van
II-1)
Otto Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1430/1440, overl. 1512/1513,
volgens grafsteen in de Ned. Hervormde Kerk te Veen 1514, tr.
Janna Claesdr. van Heeswijk, geb. ca. 1450/1460
Hieruit bekend:
- Jan van Rijswijck, geb. ca.
1486/1487, volgt IV-3.
Bronnen:
- Nationaal Archief, Heren van Altena, inv. 68 fol.36, 14-7-1471: Otto Jan Glimmersz.
van Rijswijck wordt genoemd in een vererving van een
gezaat in Rijswijk.
- Kapittel van Heusden, inv.
4 reg. 163, 210 en 233: 1475, 1492 en 1506, Zegelaar: Otte van Rijswijck
Janssoen als leenheer
- Kapittel
van Heusden inv. 4 nr. 163, 6-11-1475: Tiende in de Kyvitsen en
Uitbeemden onder Veen, leenroerig aan het geslacht van
Rijswijck. Otto van Rijswijck Jansz. als man van Janna
Claesdr. van Heeswijck, beleent Godevaert van Zuydtoert
met 5 morgen tienden onder Veen in de Uijtbeemden en 8
morgen tienden aldaar in Kyevitsveen. Adriaen van
Rijswijck wordt genoemd als baljuw van het land van
Altena.
- Kapittel
van Heusden inv. 4 nr. 210, 22-6-1492: Tiende in de Kyvitsen en
Uitbeemden onder Veen, leenroerig aan het geslacht van
Rijswijck, daarvoor het geslacht van Heeswijk
toebehorende. Otto van Rijswijck Jansz. als man en
kerkvoogd van Janna Claesdr. van Heeswijk, beleent na
opdracht van Godert van Zuydoort zoon van Cornelis van
Zuydoort deken en kapittel van de st. Katharinenkerk in
Heusden met 5 morgen tienden onder Veen in de Uijtbeemden
en 8 morgen tienden aldaar in Kyevitsveen waarvoor Jan
Gheryt Rutgherszoon de leeneed doet.
- Gelders Archief, 0001 Graven
van Gelre inv. 4901, fol. 16v, 1494: Schatting Gelre over
het dorp Brakel, Item Ot van Rijswick, Adriaen van
Rijswick, elc 2 sarit 14 st.
- Gelders Archief, 0001 Graven
van Gelre inv. 4901, fol. 17v, 1494: Schatting Gelre over
het dorp Zuilichem, Ot van Rijswick, 1 [schilde].
- Kapittel
van Heusden inv. 4 nr. 233, 12-4-1506: Ick Otto van Rijswijck
Jansoon wettachtige man ende kerkvoogd Joffr Jan
Claesdochter van Heeswijck, mijnder huijsvrouw doe kondt
allen luijden alsoo ick tot anderen tijdig verleent ende
verlijt hebbe van mij ende mijnen nacomelingen den deken
vant Capittel van Sint Catherijns Kerk binnen Heusden
voor haer ende heuren nacomelingen een tiend gelegen tot
Veen. (wegens overlijden van Jan Gherit Rutgherszoon de
Bye. Peter van Gent Willemsz. doet de eed.)
- Grafsteen in de Ned.Herv.kerk
van Veen:
Anno 1514 sterf Ott van Rijswijck en joffr. Jan van
Heeswijk zijn huisvr.
III - 3 (kind van
II-1)
Elisabeth van Rijswijck, geb. ca. 1440, tr. met Balthasar van
Ghoor, zoon van Willem van Ghoor en Christina van Giessen.
Hieruit bekend:
- Jan van Ghoor, geb. 1460/1470
- Elisabeth van Ghoor, geb.
1460/1470
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 13 fol. 41v en 45, 20-10-1465: Twee aktes van
dezelfde datum met daarin de verdeling van leengoederen
binnen de familie van Ghoor. In de eerste is Jan van
Rijswijck getuige en in de tweede krijgt Balthasar van
Ghoor een goed genaamd "Inschiet" bij
overdracht door zijn vader met lijftocht voor Elisabeth
van Rijswijck zijn vrouw.
III - 4 (kind van
II-1)
Adriana van Rijswijck, geb. ca. 1430/1440, tr. met Jan van Well,
overl. in 1472, zoon van Adriaen van Well en NN.
III - 5 (kind van
II-1)
Joost Jansz. van Rijswijck, geb. na. ca. 1448, onmondig op 4-6-1472,
overl. voor 10-6-1509, tr. NN.
Hieruit bekend:
- Joost van Rijswijck, geb. ca.
1485, volgt IV-4.
Bronnen:
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7318 fol. 65, inv. 7319 fol. 24
en 26 betreffen de verervingen van 9 morgen en 1 hond
land die Willem van Rijswijck Jansz. placht te houden nl.
4 morgen genaamd de Gheer, 2 morgen op de Eng, 11 hond
tussen Rijswijk en Uitwijk.
- 1395: Jan van
Rijswijck Willemsz.
- 4-12-1404:
Vernieuwde eed. De 2 morgen op de Eng worden
vervangen door 3½ morgen vrij eigen goed.
- 20-7-1462: Jan van
Welle Adriaensz. na zijn vader.
- 4-6-1472: Jan van
Rijswijck en zijn minderjarige broer Joost van
Rijswijck Jansz. na opdracht door hun zwager Jan
van Wel Adriaensz. (zie inv. 7319 hieronder)
- 10-6-1509: Joost
van Rijswijck Joostenzoon na dode van zijn vader
Joost van Rijswijck. (zie inv. 7320 hieronder)
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7319, Leenboek
van der Lek en Polanen, fol. 24 e.v., , 27-1 en 4-6-1472: Hierin twee
aktes. In die van 27 januari transporteert Jan van Wel
Adriaensz. de leengoederen die hij houdt van jonker Johan
van Nassau in het Land van Altena ten behoeve van Jan van
Rijswijck en zijn nog minderjarige broer Joost van
Rijswijck Jansz. met lijftocht voor zijn vrouw jonkv.
Adriana. Dit gebeurt voor Joost van Weyborch als mansman
en Dirck Hermansz. als leenman.
In de akte van 4 juni wordt het transport bevestigd door
jonker Johan van Nassau. Jan van Wel wordt zwager genoemd
van Jan van Rijswijck. Ook wordt nu duidelijk dat het om
7 morgen en nog 4½ morgen en 1 hond land gaat in Uitwijk.
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7320, Leenboek
van der Lek en Polanen, fol. 64, 10-6-1509:" .... ende
verlijen ende belenen met desen onsen brieve Joost van
Rijswijck Joostenzoon ......denselven Joost aengecomen
ende bestorven bij dode van Joost van Rijswijck sijnen
vader te houden van ons ende van onsen erven Joost van
Rijswijck voorsz. ende sijnen erven" etc.
- Waterschap Oudland van
Altena, Dijkboek
inv. 25 fol. 57 e.v., vòòr 1514: Onder de eigenaren van
land op het slag van Rijswijck staan bij elkaar: Ghelimer
van Rijswijck (4x), Adriaen van Rijswijck met zijn moeder,
Ot van Rijswijck, Adriaen van Rijswijck Adriaensz.(2x),
Peter van Gendt (man van Elisabeth van Rijswijck), Gherit
van Rijswijck, Adriaen van Rijswijck Jansz (4x) met zijn
zuster tot Waspik en Joost van Rijswijck. Ook wordt
genoemd Jan van Rijswijck met Gherit van Rijswijck als de
opvolgende bezitter van land in de Werken (fol. 26).
Zeer verwarrend is het voorkomen
in de bronnen van nog een Joost van Rijswijck Jansz. die ook
genoemd wordt "Jan Mallantz." of "van Malland".
Deze Joost van Rijswijck Jansz. komt in de bronnen voor tot 1532
en hij kan dus niet dezelfde zijn als III-5. Van deze Joost weten
we dat hij leenman was in de heerlijkheid Eethen en Meeuwen en er
later stadhouder van de lenen was en rechter. Ook had hij een
broer die Joost van Gamert heette. Ik vermoed daarom dat hun
vader Jan van Malland Jansz. tweemaal gehuwd is geweest. Eerst
met Agatha van Gemert en later met een van Rijswijck. Bij beide
vrouwen zou hij dan hij een zoon verwekt hebben die Joost werd
genoemd, waarna beiden door het leven gingen met de naam van hun
moeder.
Bronnen bij deze Joost van Rijswijck Jansz. ook genaamd
Mallants:
- Klooster
Catharinaberg te Oisterwijk inv. 1, 1-2-1492: In een transport
waarbij is betrokken Mechteld, weduwe van Jan van Eethen,
ondertekent namens haar "Joost van Rijswijck die men
heijt Jan Mallantz s".
- 's-Hertogenbosch
R1264 fol. 177v,
14-7-1494: Mallandus dictus Mallant van Rijswijck dedit
Johannes die Wolff filius quondam Nicolaes potestatem
---- usque ad revocationem utroque in forme --.
- Heerlijkheid
Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 3, 1505: Joost van Rijswijk Jansz.
komt voor de eerste maal voor als leenman in het leenboek
van de heerlijkheid Eethen en Meeuwen.
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7318, Leenboek van der Lek en
Polanen, fol. 31-32, 31-10-1507: Overdracht van een blok
tienden te Eethen op de Korte Bruckaert door Joost van
Rijswijck Jansz. aan Jan Jansz. voor heer Joost van
Gamert, priester, pastoor van Heerjansdam.
- Heerlijkheid
Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 4v, 1510: Joost van Rijswijk Jansz.
komt voor de eerste maal voor als stadhouder van de lenen
van de heerlijkheid Eethen en Meeuwen. Zoals hier te zien
is, is hij opvolger van Adriaen van Rijswijck. Zie
generatie IV-6.
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7320, Leenboek
van der Lek en Polanen, fol. 67, 8-4-1511: Het bovenstaand blok
tienden van 31-10-1507 vervalt weer aan Joost van
Rijswijck Jansz. na het overlijden van zijn broer heer
Joost van Gamert, priester.
- Heerlijkheid
Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 5v, 1515/1518: Tot en met 1522
blijft Joost van Rijswijk Jansz. stadhouder van de lenen
van de heerlijkheid Eethen en Meeuwen. Daarna komt hij
hog een aantal malen voor als leenman. Het laatst wordt
hij genoemd in 1532, maar dan is er alleen sprake van een
belending: "Joost van Rijswijck erve".
- Klooster Het Hollandse
Huis bij Geertruidenberg, reg.1310, 4-3-1524: Joest van
Rijswijck Janssoen, rechter van Meeuwen, en Jan
Hermanssoen oorkonden dat ze in het geschil tussen
broeder Adriaan, gemachtigde van de kartuizers, en Jan
Gielissoen over de waarde van een gouden kroon de
uitspraak gedaan hebben dat de waarde voortaan 28 stuiver
bedraagt.
- Heusden R313
fol. 29, 18-10-1525:
"Ick Joost van Rijswijck Jansoon, rechter in den
gerichte van Eethen daer over gestaen het van rechtswegen"
etc. In dit protocol van Heusden over het jaar 1578 staat
een overgeschreven acte uit 1525 waarin Joost van
Rijswijck Jansz. optreedt als rechter bij een transport
van land op de Lange en de Korte Bruckaert te Eethen.
- Heerlijkheid
Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 6v, 1529: Joost van Rijswijck
Jansz. draagt 6 morgen land met 2 "geseten metter
timmeringe daar op staende" gelegen in de ban van
Eethen en nog 2 morgen in dezelve ban over aan Jan
Millinck Jansz.
Met dit goed was in 1472 beleend geweest Jan van
Malland Jansz. Hoe het in bezit is gekomen van Joost van
Rijswijck Jansz. is helaas niet bekend, evenmin als het
hierna volgende.
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7318 fol. 8v en inv. 7320, fol.
191v betreffende de verervingen van 3 morgen land in
Eethen.
- 26-5-1461: Jan van
Malland Jansz. bij dode van Maria zijn moeder met
lijftocht van Agatha, dochter van Hessel van
Gemert zijn vrouw.
- 5-1-1530: Jan
Millinc bij overdracht door Joost van Rijswijck
van Malland.
III - 6 (kind van
II-1)
Glimmer van Rijswijck, geb. 1440/1450, overl. voor 22-3-1524, tr.
Margriet van Haeften, dochter van Gijsbert van Haeften en Ermgard
van Cuijck van Meteren.
Kinderen:
- Gijsbert van Rijswijck, geb.
1470/1480, volgt IV-5.
- Adriana van Rijswijck, geb.
1470/1480, volgt IV-6.
- Jan van Rijswijck, geb. 1470/1480,
volgt IV-7.
- Glimmer van Rijswijck, geb.
1470/1480
Bronnen:
- Nederlandse Leeuw jrg.
1930 kolom 175.
- Boxtel R57
fol. 18, 9-11-1494:
"Zeger Woutersz. van Emmikhoven geeft Glimmer van
Rijswijck procuratie om al zijn belangen te behartigen
bij het beheren van zijn zaken, goederen, pachten en
schulden in het Land van Altena, speciaal die zaken tegen
Lambert van Rietbeeck.
- Waterschap Oudland van
Altena, Dijkboek
inv. 27 fol. 42v, 1510 en 1546: Van de 18 morgen land die
Glimmer van Rijswijck in 1510 bezat is in 1546 8 morgen
in handen van de erfgenamen van Gijsbert van Rijswijck.
- Dijkboeken van Altena inv.
25 (voor 1510) en inv. 27 (1546-1548). In de ban van
Rijswijk:
- (1510) Ghilmer van
Rijswijck XVIII mergen, nuck (=1546) Gijsbrecht
van Rijswijck erfg. VIII mergen, Jan van
Rijswijck den oudens erfg. vijf mergen, Dyrck
Aertssen II½ mergen, Aert Peter Dyrcxsen II½
mergen.
- Dijkboeken van Altena inv.
25 (voor 1510) en inv. 27 (1546-1548). In de ban van
Rijswijk:
- (1510) Glimmer van
Rijswijck XIII 1/2 mergen, daer van III 1/2
mergen out lant, nuck (1548) Glimmer van
Rijswijck erfg. III 1/2 mergen out lant, Dyrck
Aertssen II 1/2 mergen, Peter Dyrcxssen II 1/2
mergen en Jan van Rijswijck erfg. den ouden vijf
mergen
- 's-Hertogenbosch
R1302 fol. 198,
10-5-1524: Hendrikus, zoon van wijlen Hendrikus zoon van
Godefridus van Hedel en jonkvrouw zijn huisvrouw, dochter
wijlen Glombardi gezegd Gelumer van Rijswijck .......
- 's-Hertogenbosch
R1329 fol. 121v,
17-10-1538: "Domicella Adriana filia quondam Glomari
de Rijswijck, relicta quondam Henrici Goyaert de Hedel
cum tutore vendidit ad opus Franciscus de Rijswijck
filius Johannes censum nove florenorum carolus guldens
etc"...
III - 7 (kind van
II-1)
Arnoud Jan Glimmersz. van Rijswijck geb. ca. 1445/1455, overl.
voor 12-4-1504, tr. met Elisabeth van Brakel.
Hieruit bekend:
- Jan van Rijswijck, geb. ca.
1470/1480, volgt IV-8.
- Adriana van Rijswijck, geb.
ca. 1470/1480, volgt IV-9.
Bronnen:
- Nederlandse Leeuw jaargang
1930 kolom 175.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 13 fol. 46, 1456 (?) en 8-5-1482:
Transport. Willem van Midtvelt draagt aan Aernt Jan
Glimmersz. van Rijswijck een huis en gezaat gelegen
binnen de poorten van Woudrichem over. In 1482 verkocht
aan Robbert Fave
- 's-Hertogenbosch
R1283 fol. 284,
9-9-1513: "Johannes de Rijswijck filius quondam
Arnoldi de Rijswijck dictus Glommerers tamquam maritus et
tutor legitimus domicella Geertrudis sua uxore.."etc.
Jan zoon van wijlen Arnold van Rijswijck gezegd Glimmer
als man en wettig momber van jonkvr. Geertrui Monicx,
dochter van Willem Monicx, erfgenaam, heeft verkocht aan
Yewaan van den Hoevel, zoon van wijlen Govert van den
Hoevel een erfelijke cijns van 10½ guldens van 20
stuivers per stuk van een goede waarde, een andere waarde
in een jaarlijke cijns van goudguldens van 21 stuivers
per stuk genaamd dubbele vuurijzers enz.
III - 8 (kind van
II-2)
Anna Dircksd. van Rijswijck, geb. ca. 1430/1435, overl. ca. 1481/1482,
tr. Willem van Wijck, heer van Onsenoord.
Uit hun huwelijk bekend:
- Bartruijt ook Bartrade
Willemsd. van Wijck, geb. ca. 1460/1480, overl. ca. 1528/1529,
zij tr. Willem van Haastrecht, heer van Drunen en
Gansoijen, waarmede hij beleend werd 26-8-1473, overl.
voor 20-11-1501.
Kind:
- Willem van Haastrecht
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol.31, 1460: Willem van Wijk voor Anna van
Rijswijk dochter van Dirk Glimmersz.
- Kapittel
van Heusden inv. 1 fol. 193, 31-8-1533: Missa feria terza in altari
Scte Ane. Joffrouwe Bertrout van Wijck, weduwe wijlen
Joncker Willem van Haastrecht heere tot Drunen schenkt
het kapittel van Heusden een rente van 5 Rijnse guldens
op een uiterwaard te Rijswijk tegen een wekelijkse mis te
houden voor het altaar van Sint Anna elke dinsdag om 10
uur voor het luiden van de klokken.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 13 fol. 71, 18-10-1535: Meester Adriaan
van Rijswijck Willemszoon ontvangt als procuratie hebbend
van Willem van Haastrecht 5 morgen land in Rijswijk. Deze
onmondige Willem van Haastrecht en meester Adriaan van
Rijswijck waren achterneven van elkaar
- Ned. Leeuw, 1966, kolom
357
III - 9 (kind van
II-2)
Adriaen Dircksz. van Rijswijck, baljuw van Altena, geb. ca. 1430/1435,
tr.NN.
Hieruit bekend:
- Adriaen van Rijswijck, geb.
ca. 1458/1460, volgt IV-10.
- Dirck van Rijswijck, geb. ca.
1455/1465, pastoor te Woudrichem.
- Willem van Rijswijck, geb. ca.
1455/1470, volgt IV-11.
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol.30, 1460: Heeft Adriaen Dirc Ghijlmersz.
van Rijswijck na de dood van zijn vader en met consent
van zijn moeder joffr. Elizabeth des voorsz. Gherijts Jan
van Rijswijcksz. Jan Willemsz. doghter het voorsz. gesaet
met de 2 morgen land en de 10 morgen land ontvangen.
- Kloosters Mariënkroon en Mariëndonk in Heusden, inv. 120 fol. 87, 1471: .
- Archief van het Kapittel
van Heusden, inv. 4 reg. 163, Zegel, 5-11-1475: van Adriaen van
Rijswijck als baljuw van het Land van Altena
- Gelders Archief, 0001 Graven
van Gelre inv. 4901, fol. 17v, 1494: Schatting Gelre over
het dorp Zuilichem, h[er] Dirc van Rijswic pastoir tot
Worinck geset op 1 sch[ilde].