Het geslacht van de Heren van Malsen
Van wie was Otte van Malsen een dochter?
De allereerste aanwijzing vinden we in een akte uit Heren van
Altena, inv 68 fol 70, 19-5-1461, Waarin het huis met 52 morgen
land van Otte van Malsen aan Johan van Schijnvelt wordt beleend, "haer aenbestorven is na doode
haers vaders met allen sijne manscappen", ze
heeft dit huis dus via haar vader gekregen.
Nu we kijken bij de beleningen van dit huis (GTWMB 1997 blz. 100),
staat als laatse in 1417 Dirk van de Werken, het huis moet dus
tussen 1417 en 1441 bij een van Malsen zijn gekomen. In 1424 zien
we "Claes huysweer van Malsen"
als belending in de Werken (OV1984 blz. 113) en nog is
in 1429 (GTMWB 1997 blz. 99), dit kan niets anders betekenen dat
deze Claes van Malsen haar vader was.
laatste update was van 19-10-2008
LET OP! omdat deze genealogie al sinds 2008 niet is upgedated, zijn er door nieuwe vondsten gevens achterhaald en zitter er hierdoor dus fouten in.
augustus 2020 Remco van den Heuvel.

I. Nicolaus van Malsen, geb. circa 1230,
ridder (1263)
Hieruit (volgorde onbekend):
- Johannes van Malsen, geb. circa 1260, overl. na 1294.
- Gijsbrecht van Malsen, geb. circa 1260, volgt IIa.
- Hacco van Malsen, geb. circa 1260, volgt IIb.
Bronnen:
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2, 1263: Nicolaus van
Malsen, nobilis, miles, getuige.
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2, 1294/1295: Johannes
van Malsen, ontvangt 5 pond uit de tol te Driel in leen.
IIa.(kind van I)
Gijsbrecht van Malsen, geb. circa 1260, ridder (1297), overl. na
1318, en tr. Layse van Heukelom, geb. circa 1270, overl. na 1315,
dochter van Otto van Heukelom.
Hieruit bekend:
- Nicolaas van Malsen, geb. circa 1285, volgt III.
- Otto van Malsen, geb. circa 1290, schepen van Asperen in
1336.
Bronnen:
- De Fremery, Supplement OHZ,
1901, p. 272, nr. 316. Regest van Bavel, Regesten abdij
Berne, 1984, p. 24, nr. 104.: 18-7-1297, Schepenen van
Zaltbommel oorkonden dat Albert, zoon van heer Remboud
van Varik, heeft verkocht aan zijn broers Engelbert en
Jan van Hedikhuizen 3 stukken land, groot 4 Hollandse
morgen en gelegen in het rechtsgebied van Welle in de
waard, waaraan stroomopwaarts heer Gijsbert van Malsen,
ridder, grenst, voor een cijns van 100 pond.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 120, 1303: dominus Ghiselbertus de
Malsen, miles.
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2, 24-12-1307: dominus
Giselbertus van Malsen, miles, getuige voor Hubert van
Putten tegenover de graaf van Gelre.
- Oud-archief van de stad
Roermond 1001, inv 24, 10-8-1308: Willem van Millen,
ridder, bepaalt het tarief van de tol die van Roermond
hem zullen betalen te Venlo of te Grebben. Getuigen:
Henric, proost van Emmerik, Willem van Borne,
Ghijselbrecht van Malsen en Johan van Kessel. (Afschr. in
Jura et Privilegia 1, inv. nr. 345, blz. 56.)
- Regesten van Oorkonden
bisschoppen van Utrecht, 291, 1-7-1314: Geeft Reynald,
graaf van Gelre, dat voor hem, de bisschop van Utrecht,
en voor Johan van Arkel, Wouter van Ceppel, Ghisebrecht
van Malsen, Baudeken van Avesaet en Symon van Benthem,
ridders.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 167, 1315: Ghijsbrecht van Malsen,
ridder, ende vrou Layse, onze wijf.
- Nederlandse Leeuw 1943, k
238, (Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van
Gelderland, I, no. 181),13-11-1318: Verdrag tussen Gerard
van Weerdenberg, heer van Puiflik, en de weduwe van
Willem de Kok, aangaande de voogdij over Willem de Kok
van IJzendoorn, zoon der laatstgenoemde, aangegaan ten
overstaan van Otto heer van Asperen, Gijsbert van Malsen,
Arnoud van Hoekelem, Jan de Kok, Steeske van Brakel,
Herbert van Hoekelem en Ricoud zoon van Gijsbert de Kok.
- Ons Voorgeslacht 2000 blz
518, 1336: Ot van Malsen, schepen van Asperen.
IIb.(kind van I)
Hacco van Malsen, geb. circa 1260, ridder, overl na 1328, tr. met
nn van Buren, dochter van Otto van Buren.
Hieruit bekend:
- Ywaen Hacken van Malsen, geb. circa 1290, overl. na 1342.
- Otto van Malsen, geb. circa 1295, overl. na 1327.
- Alard van Malsen, geb. circa 1295, overl. na 1327.
Bronnen:
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 176, 1316: Ywanus (cum uxore sua) et
Johannes fratres filii quondam Johannes dicti Hacke,
Hadewigis soror dictorum fratrum. doen ook afzien: Otto
de Avezaten, cum uxore sua, et Stephanum de Asche, cum
uxore sua borgen: Ywalsenus dictus Hacke de Man, Andream
de Tricht, Henricum Wilden de Tricht et Falconem de
Tricht aanw. Goswinus de Tricht.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 240, 1324: Hake van Malsen.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 277, 1327: Otto filius d. Hacconis
de Malsen, militis inter Alardum fratrem dicti Ottonis et
Ywanum Hac, filium dicti d. Hacconis borg Hacco filius
Ghibonis.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 306 en 325, 1328: Hac van Malsen.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 336, 1329: Ywanus Hac de Malsen in
fine insule puerorum d. Hacconis.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 418, 1333: inter Ywanum Hacken,
filium d. Hacconis de Malsen, militis.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 433, 1335: Ywaen Hac van Malsen,
richter; Goswijn van Tricht, Wouter van Wiclede.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 512, 25-4-1342: geeft Alard,
heer van Buren, leengoed dat zijn leenman Steven van de
Geer aan de abdij had verkocht, over aan diezelfde abdij.
Hier over waren, dus als leenmannen: 'onse goede
ghetrouwe manne als Otte van Buren onze oude ome, Hac van
Malsen onsen neve, Hubrecht haren Ottenzoen van Zoelen,
onze neve'.
III.(kind van IIa)
Nicolaas van Malsen, geb. circa 1285, heer van Well (1326),
ridder (1326), vermeld (1312-1333), gegoed te Tricht, en tr. nn
van Kaets/uten Goye?.
Hieruit bekend:
- Hendrik van Malsen, geb. circa 1320, volgt IV.
Bronnen:
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 142, 1312: inter Nicholaum de Malsen.
- Ons Voorgeslacht 1990 blz
67, 3-4-1324: Gijsbert van Kats wordt beleend met het
goed in Tricht, dat de vrouw van Nikolaas van Malsen,
zijn tante van hem hield.
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2: her Claes van
Malsen, ridder, houdt 20 pond uit de tol te Zuilichem, 20
pond uit de tol te Driel en enig goed in Well in leen,
1326, borg 1333.
- Nijhoff,
Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van Gelderland, I,
no. 211, 24-4-1327 Reinald graaf van Gelre belooft,
Nicolaas van Malsen en Ricoud Kok schadeloos te zullen
houden, wegens dat zelve aangenomen hadden, ter oorzake
der kinderen van Weerdenberg, aan Gooswijn van Rossem
zeker som te zullen betalen in twee termijnen ,
invallende pasen 1328 em pasen 1329.
IV.(kind van III)
Hendrik van Malsen, geb. circa 1320, ridder (1344), overl. tussen
1390 en 6-4-1394, en tr. ca. 1350 nn van Gellinchem, geb circa
1330, dochter van Bruno van Gellichem.
Hieruit (volgorde onbekend):
- Otto van Malsen, geb. circa 1355, volgt Va.
- Philips van Malsen, geb. circa 1355, volgt Vb.
- Hendrik van Malsen, geb circa 1355, volgt Vc.
- Johan van Malsen, geb. circa 1355/1365, overl na 1407.
- Hubert van Malsen, geb. circa 1355/1365, overl na 1393.
Bronnen:
- GTMWB 2002 blz 11, zonder
datum, circa 1340: 9 morgen 2 hont land te Herpt, Heer
Hendrik van Malsen, als leenman vermeld 1341, bij
opdracht aan hertog Jan III voor 20 pond zwarten
jaarlijks zoals de hertog heer Nikolaas van Malsen, zijn
vader, toewees, nadat die had deelgenomen aan de oorlog
te "Hellechem".
- Ons Voorgeslacht 1990 blz
67, 22-4-1344: Het gerecht Tull, Heer Otto, heer van
Asperen en Hagestein, vidimus van Hendrik van Malsen,
ridder.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, (Regesten oorkonden bisschoppen Utrecht 71), 20-5-1348:
Aleid, vrouwe van Asperen ende Hagesteyne beleent Hendrik
van Malsen met 8 morgen tienden gelegen te Asperen.
Genoemd worden Gherijt van Asperen onse lieve oem als
mombaer en Otto van Hoeckelheym, knape, onse man.
- GTMWB 2002 blz 11, zonder
datum, circa 1350: 9 morgen 2 hont land te Herpt, Heer
Hendrik van Malsen.
- Ons Voorgeslacht 1988 blz
20, 10-9-1355: de bovenste helft van de Kokshoeve te
Herwijnen, Hendrik van Malsen, Ridder, bij overdracht
door Pieter, bastaard van de heer van Asperen.
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2: anno 1356, her
Heynric van Malsen, neve en swager van jonker Eduard,
getuige voor de gebroeders van Gellicum tegenover deze.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, 16-9-1359: 8 morgen te Asperen, De leenheer doet
afstand van het recht van lossing voor Hendrik van Malsen,
ridder.
- Het Utrechts Archief,
Familie van boetzelaer 32, 3 charters 681, 849 en 891, ao
1359-1366: Stukken betreffende de afstand door de heer
van Asperen van het recht van lossing van de tienden in
de Vijfhoeven te Asperen die Hendrik van malsen van hem
in leen heeft, en betreffende de belening met deze
tienden.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, 5-6-1366: 8 morgen te Asperen, Hendrik van Malsen,
ridder, zwager van de leenheer.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, 4-10-1382: 8 morgen te Asperen, Philip van Malsen,
ridder, die in 1413 zegelt een schuinbalk, beladen met
een barensteel van drie hangers, bij overdracht door
Hendrik zijn vader.
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2: anno 1386, Johan
van Malsen, neve en knecht van hertog Willem, ontvangt
vergiffenis in verband met doodslag.
- Ons Voorgeslacht 1988 blz
20, anno 1390: de bovenste helft van de Kokshoeve met 26
morgen land te Herwijnen, Hendrik van Malsen, Ridder met
ledige hand.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
369: 23-3-1393: Een hofgoed in Geffen, Otto van Malsen
heer Hendriksz en Hubert van Malsen, bevestigen Rikout de
Kok heer Gijsbertsz van Neerijnen als erfgenaam van Jan
de Kok, ridder diens oom.
- Het Utrechts Archief,
Verzameling losse aanwinsten, gau 802, inv 348 anno 1407:
Akte van transport door Johan de Ridder aan Johan van
Malsen van de rechten en kameren, vermeld in een
getransfigeerde akte.
Va.(kind van IV)
Otto van Malsen, geb. circa 1355, vermeld vanaf 1377,
meesterpentier in De Werken (1396), schepen van Zuilichem (1402),
en tr. voor 1394 Geertruida.
Hieruit bekend:
- Nicolaes van Malsen, geb. circa 1395, volgt VI.
Bronnen:
- J.M. van Winter, "Ministerialiteit
en Ridderschap in Gelre en Zutphen", proefschrift,
Groningen 1962, blz 348-349 blad C 2: anno 1394, Otto her
Heynricszoon van Malsen, bij Veluws-Betuws verbond 1377,
heeft het leen van zijn vader ontvangen.
- GTMWB 2002 blz 11: zonder
datum, circa 1390: 9 morgen 2 hont land te Herpt, Otto
van Malsen zoals Hendrik, zijn vader.
- Ons Voorgeslacht 1988 blz
20, 6-4-1394: de helft van de Kokshoeve met 26 morgen
land te Herwijnen, Otto van Malsen bij dode van Hendrik
zijn vader.
- Ons Voorgeslacht 1988 blz
20, 8-4-1394: de helft van de Kokshoeve met 26 morgen
land te Herwijnen, Lijftocht van Geertruida gehuwd met
Otto van Malsen, op de mindere helft.
- GTMWB 1997 blz 103: 10-5-1396
Otto van Malsen, meesterpentier, na de dood van Hendrik
Walwijn, die hield van de hofstede van Altena, met
lijftocht van diens weduwe.
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk 239 inv 277, 26-12-1402: Schepenen van
Zuilichem oorkonden, dat Everard Pouwelszn en zijn zoon
Pauwels verkocht hebben aan Henrik van Amerzoyen
Everardszn: perceel land Overste Molenkamp onder
Wordragen, voor 20 pond. Met schepenzegels Ot
van Malsen
en Gooswijn Gijsbertzn.
- Sloet, Lenen Gelre,
Nijmegen, nr. 317a, anno 1403: Een goet te Ammerzoden en
Hedel, ontfangen bij Otto van Malsen.
Vb.(kind van IV)
Philips van Malsen, geb. circa 1355, ridder (1382), overl. na
1413.
Hieruit:
- Hendrik van Malsen, geb. ca. 1400, overl na 1439.
- Otto van Malsen, geb. ca. 1400, overl na 1440, tr. voor
1439 met Geertruida Voorn van Vianen.
Bronnen:
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, 4-10-1382: 8 morgen te Asperen, Philip van Malsen,
ridder, die in 1413 zegelt een schuinbalk, beladen met
een barensteel van drie hangers, bij overdracht door
Hendrik zijn vader.
- Ons Voorgeslacht 1987 blz
722, Een halve hoeve in Lakerveld, 12-12-1428: Geertruida,
dochter van Voorn van Vianen, zoals haar vader.
- Ons Voorgeslacht 1997 blz
540, 8-1-1429: 8 morgen te Asperen, Hendrik van Malsen
bij overdracht door Philip zijn vader, neef van de
leenheer.
- Ons Voorgeslacht 1987 blz
722, Een halve hoeve in Lakerveld, 3-11-1439: Otto van
Malsen, die 19 hont uit eigen opdraagt, bij overdracht
door Hendrik van Malsen, zijn broer, voor Geertruida,
diens vrouw.
- Ons Voorgeslacht 1987 blz
722, Een halve hoeve in Lakerveld, 19-2-1440: Jacob van
Zuilen voor Elisabet Voornke, zijn vrouw, bij overdracht
door Otto van Malsen.
Vc.(kind van IV)
Hendrik van Malsen, geb. circa 1355, Schepen van Heusden (1383-1404),
overl. voor 1414. en tr. (1) voor 1390 met Lijsbeth en hij tr, (2)
circa 1395 met Hille.
Uit zijn tweede huwelijk volgorde onbekend:
- Elisabeth van Malsen, geb. ca 1395, overl tussen 1419 en
1421, tr. met Jacob Doesbosh
- Hendrik van Malsen, geb. ca. 1400, overl. na 1421.
- Bele van Malsen, geb. ca. 1400, overl. na 1421, tr. met
Peter (de) Vos.
- Yde van Malsen, geb. ca. 1400, overl. na 1421.
Bronnen:
- Oud archief Arnhem, 384,
inv. 6157, fol. 38v, 9-9-1390: Aernt van den Gruuthuus
Goedertszoon en Jacob Bierwisch Johanszoon, schepenen te
Arnhem, oorkonden, dat Henric van Malsen en Lysebet,
zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer Gheryt
Stapelriem, priester, ten behoeve der vicarissen in de
oude kerk tArnhem, een rente van 20 schellingen
kleinpenningen 's jaars, gaande uit hun huis te dier
stede.
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk in Heusden, 245, 22-1-1399: Schepenen van
Heusden, Jan de Groot en Jan Spiering van Aalborg,
oorkonden, dat Zeger Offraanszn van Drongelen, zijn zoons
Offraan en Aarnt, en Dirk Dirkszn van den Hovel, hebben
overgedragen aan Henrik van Malsen : 21/2 morgen onder
Drongelen / 31/2 morgen, en 171/2 hond in Kortenkamp,
waarna Henrik van Malsen dit land weer aan Zeger heeft
overgedragen tegen pacht van 6 mud tarwe.
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk in Heusden 382, 6-6-1414: Schepenen van
Heusden, Rolof Gerard Nevenzn en Robbrecht van Doirne
Spieringszn, oorkonden, dat Beel Henriksdr van Malsen,
met Peter de Vose als voogd, en Zebrecht Zebrechtszn van
Wijk, als erfgenamen van Henrik van Malsen, hebben
overgedragen aan Jacob Doesburg.
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk in Heusden 449, 28-6-1419: Schepenen van 's-Hertogenbosch,
Hubertus de Gemert en Johan Loenman, oorkonden, dat Jacob
Doysborch, als man en voogd van Elizabeth, dochter wijlen
Henrik de Malsen, overgedragen heeft aan Nicolaus, zoon
wijlen Johan Gerardzn Doysborch: pacht van 11/2 mud rogge,
welke Jacob voornoemd moest betalen uit 3 roede in Drunen.
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk in Heusden, 474, 3-7-1421: Schepenen van
Heusden, Klaas Spiering van Aalborg en Dankaart van der
Werken, oorkonden, dat Hille, weduwe Henrik van Malsen ,
en haar zoon Henrik afstand hebben gedaan van: hun
erfenis van Liesbeth, Jacob Doesburgs vrouw, voor
Zebrecht Zebrechtszn van Wijk, en van Bele, vrouw van
Peter Vosen; waarbij zij tevens beloven Yde Henriksdr van
Malsen afstand te zullen laten doen.
VI.(kind van Va)
Nicolaes van Malsen, geb. circa 1395, heemraad van De Werken 1425,
overl. voor 12-11-1441 en tr. nn van Hemert.
Hieruit:
- Otte van Malsen, geb. De Werken ca. 1420, tr. ca. 1442
Jan van Rijswijck, volgt genealogie
van Rijswijk.
Bronnen:
- Ons Voorgeslacht 1988 blz
19, 14-2-1418: De nederste helft van de Kokshoeve te
Herwijnen, Belend boven Nikolaas van Malsen. (Bezit dus
de bovenste helft van de Kokshoeve).
- Sloet, Lenen Gelre,
Nijmegen, nr. 317a, anno 1420: Claes van Malsen, erve
sijnes vaders Otten, ontfengt sulck erff als sijns vaders
brioff inhelt ende daerto 2 mergen lants tuschen Jan van
Herler van Merwijck ende die gemeynte; item 1 mergen
lants met eene wyele; item 1 1/2 mergen, tuschen Claes
voorn, ende den gerichte van Amersoyen gelegen; item l
mergen met eenen wyle tuschen des voorn. Claes erve an
beyden sijden gelegen. Ende op denselve tijt heeft mijn
genadigde her Arnts dochter te Hemerden Clais vorz.
wttgen wijve eyn tocht an allen den leenguyden vorz.
- Sloet, Lenen Gelre,
Nijmegen, nr. 317a, anno 1424: Claes van Malsen tuchtigt
sijn vrou, heer Arnts dochter te Hemerde.
- Ons Voorgeslacht 1984, blz
113, (Leenhof Gelre inv 2 fol 135 en Cuyk 5 fol 17v, fol
38), anno 1424: eenen thiend, gelegen in den lande van
Altena an der Wercken, tussen Blomenstege en Claes
huysweer van Malsen aan de andere zijde. zie ook (Uitheemse
Lenen, door J. Sloet, blz 66)
- Kloosters Mariënkroon en
Mariëndonk 239 inv 532: 29-8-1425, Ic Gheryt die Hoghe,
richter in den ghericht van der Werken, doe kont allen
luden die dezen brief zullen zien of horen lezen, dat mi
aenghebracht heeft Corstiaen van Herwinen, bastairt, dat
hi dair over was als een ghewairt richter in den ghericht
voirsz, ende niet hem Claes van Malsen, Adriaen Jan
Aerntszoens zoen, Wouter Ghevaert ende Hughe Jacobszoen
als heemradere, dat voir ons quam her Jacob Boey,
priester, met zinen ghecorenen voecht die hem met recht
ghegheven was, ende gaf over een vrij ghift heren Jan van
Goch, abdt des cloosters van sente Mariencroen tot
Huesden tot behoef des cloosters voirsz. van elftalven
merghen lants, gheleghen in den ghericht van der Werken
vcirsz. ende van een half hont, van welken lande voirsz.
vijf merghen ende een half hont gheleghen zijn in die
Lyenissche hoeve ghemeyn metten susteren van Almkerc ende
sestalve merghen lants zijn gheleghen tusschen erve Diric
Rutghairtszoens oestwairt aen deen zide ende vaestwairt
Willem Thonyszoens aen dander zide, also groot ende also
cleyn als zij dair gheleghen zijn ende met allen horen
toebehoren. Ende her Jacob met sinen voecht voirsz.
verteech ende verhalmde opt erve voirsz. tot behoef des
cloosters voirsz., als vonnisse der heemradere voirsz.
wijsde ende recht is. Voirt gheloefde her Jacob met zinen
voecht voirsz. dit voirseyde erve te waren jair ende dach,
als men een vrij eyghen erve sculdich is te waren, ende
alle voircommer ende voirplicht af te doen die men van
rechts weghen sculdich is af te doen. In kennesse der
wairheyt hebbe ic Gheryt, richter voirn., desen brief
open bezeghelt met minen zeghele. Ghegheven int jair ons
Heren duser.t vierhondert ende vijf ende twyntich, op
sente Jansdach decollatio.
- Abdij van Egmond 356 inv
853, 7-3-1428: Claes van Malsen verklaart, dat hij de
gelden, t.w, 397 Beierse gulden, 2 tuinen en 20 kronen,
die hij van den abt heer Willem van Mattenesse en van het
convent van Egmond gevorderd heeft, uitgegeven heeft met
de broeders van zijn vrouw voor de zaak tussen genoemden
abt en zijn zwager heer Aernt van Hemert.
- GTMWB 1997 blz. 99 (LRK 62
fol. 81v), 10-3-1429: Een weer van 13 morgen, genaamd
Brede weer, aan de Werken ten westen van huis en hofstede
van de Werken, strekkend van de Werkendijk tot de Vycen,
west: Nikolaas van Malsen.
- van Maren, schatting in de
Bommeler- en Tielerwaard door de hertog van Gelren, onder
Herwijnen, anno 1434: Claes van Malsen VI pond.
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van Altena, inv. 68 fol 70, 12-11-1441: Ontfingh
joffr. Otto van Malsen met Coenraadt van Giessen haeren
gecoren mombair ene huijsinge met LII mergen lants
gelegen in de gerechte van den Wercken aen de ene zijde
oostwaerts Trijsen Werdt ende Jan Brielsen land aen die
westzijde ende des sijn brieven. Zie ook hier
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van Altena, inv. 68 fol 70, 19-5-1461: Heeft
overgegeven ende vertegen erfflijck als die mannen
wijsden ende recht was Joffr. Otte van Malsen mit haeren
gecoren ende verleende voochde Jan Glimmers soen van
Rijswijck haeren wetachtigen man tot behoeff van Johan
van Schijnvelt dat huijs ter Wercken met 52 mergen lants
daer aan geleghen in den gerechte van den Wercken aen die
ene zijde oostwaerts Trijsen Werdt ende aen die westzijde
Jan des voorscreven kijnderen landt ende daertoe acht
mergen thienden inden selve gerechte gelegen tusschen
Trijsen Werdt oostwaerts ende ten halven in Heer
Ghijsberts Werdt van der Poel westwaerts, gelijck haer
aenbestorven is na doode haers vaders met allen sijne
manscappen, rechten ende toebehoren niets daervan
uijtgescheijden. In tegenwoirdigheijt van heer Johan van
Hemert ende Adriaen van Herlaer ende Adriaen van
Emmichoven Ridderen, Daemen van Nispen ende Jan Glimmers
soen. Zie ook hier
Ongebruikte bronnen:
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 104, 1295: Juttam relictam Volquine
de Malsen et pueros suos.
- De Fremery, Cartularium
van Marienweerd, blz 188, 1318: Henric Grietenzoen van
Malsen ende sijn wijf Katherine zoon Ghijsbrecht ende
sijn wijf Katherine, ende Margrieta Henrics dochter met
Rolof den Wilden horen man.
- Het Utrechts Archief,
rooms-katholiek domkapittel 216, 4232, 21-7-1329:
Lastbrief van de bisschoppelijke officiaal aan de
priester van Beusichem om het banvonnis tegen Henricus
van Malsen ten uitvoer te leggen.
- Kapittel van Heusden 9
1355 september 5: Gerard van den Hovele en Jan Proper,
schepenen van Heusden, oorkonden, dat Witte Lemmensz van
Doveren overdroeg aan Jacob van Malsen.
- Kapittel van Heusden 18
1369 november 23: Aarnt van Wijk Boningsz en Roelof van
den Wiele, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Henrik
van Malsen, Hein Zasse, Hein Stevenz, Simon van Ulecoten
afstand doen van: 30 schellingen per jaar, die Jacob van
Malsen trok uit hofstad in Doeveren, voor Jan Jacobsz van
Malsen.
- Oud archief Arnhem, 337,
10-12-1382 : Jacob Lambertsz en Herman van Duren,
schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Godert van den Werve
verklaard heeft, dat Henric van Malsen afgelost heeft een
bedrag van 20 schellingen kleinpenningen 's jaars van de
rente van 32 schellingen kleinpenningen 's jaars, welke
hem uit Henrics huis verschuldigd was.
- Kapittel van Heusden 35
1394 december 16: Henrik van Malsen en Dirk van den Wiele
Roelofsz, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Willem
Jan Jacobsznsz van Malsen, priester, en Beele, zijn
zuster, afstand doen van: 1 pond per jaar, die Jan
Jacobsz van Malsen trok uit huis en hofstad onder Heusden
en van 30 schellingen per jaar die hij, hun vader, trok
uit hofstad onder Doeveren, voor Liesbeth, hun zuster.
- Heren en graven van
Culemborg 385, 1-6-1396: Alars Hacke van Malsen
en Henrick van den Steenhuyse, schepenen van Deyl,
oorkonden, dat Willem die Rover, overdraagt aan heer
Hubrecht, heer van Culenborch en van der Lecke, 4 morgen
land onder Droempt op den Groten Acker.
- De Arkelse oorlog, 1401-1412,
blz 249: Vrienden van Jan van Arkel mei 1406, Gillis van
Malsen.
- Heren en graven van
Culemborg, 978, 8-6-1435: Volquiin Hackert, richter te
Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Dirck van
Bueren en zijn vrouw jonkvrouwe Hubert van Malsen
overdragen aan Ghiisbert Barwoutsz. den brief van 1432
December 25 (reg. no. 935), waar deze doorgestoken is.
- Heren en graven van
Culemborg, 1336, 8-12-1451: Ot van Malsen en
Roeloff Michielsz., schepenen van Asperen, oorkonden, dat
Folpaert Jorysz. overdraagt aan Jan die Coninck ten
behoeve van Deenmerken de helft van 4 campen land in het
Nyulant.
- Heren en graven van
Culemborg, 1743, 10-9-1463: Ot van Malsen en Gherit
Willemsz., schepenen te Asperen, oorkonden, dat Zweer van
Deenmercken overdraagt aan Ghiisbert van Beest Aertsz.,
ten behoeve van het St. Barbaragasthuis te Utrecht, de
helft van 4 kampjes land in het Nylant.
- En in het Kapittel van
Oirschot
In 1406 nog een Wilhelm de Malsen de Huesden
- http://groups.yahoo.com/group/soc_nederlandse_adel/message/5227
- http://groups.yahoo.com/group/soc_nederlandse_adel/message/5247
- http://groups.yahoo.com/group/soc_nederlandse_adel/message/6985