Fragmentgenealogie van het
oude geslacht van de "Heeren van Rijswijck"
De belangrijkste bron voor de
gegevens op deze pagina, het Bossche Protocol, is een volledig,
maar moeilijk toegankelijk archief. Omdat het eens drijfnat gered
is uit het brandende stadhuis, zijn grote delen nauwelijks tot
zeer slecht leesbaar. Bovendien is het tot ca. 1500 geheel en
tussen 1500 en 1629 nog voor een groot deel geschreven in het
Latijn.
In sommige gevallen moet ik noodgedwongen gebruik maken van een
artikel in de Nederlandse Leeuw jrg. 1930 kolom 175 en 176,
waarvan ik aanvankelijk dacht dat het zeer onbetrouwbaar was,
maar dat zeker in de latere generaties gegevens bevat die exact
overeenkomen met bronnen als leenregisters en transportactes.
I. Heijman van Rijswijck, leeft ca. 1250, heer
van Rijswijk, tr. NN.
Hieruit bekend:
- Heijman van Rijswijck, volgt II.
II. (kind van I)
Heijman Heijmansz. van Rijswijck, ridder, overl. na 29-4-1300,
heer van Rijswijk, tr. NN.
Hieruit:
- Jan van Rijswijck, geb. voor
1275, volgt III.
- Een niet met name bekende
zoon
- Enige niet met name bekende
dochters
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland, inv. 66 en 67, 29-4-1300: Willem II van Horne, heer
van Altena, verzoent zich met de heer van Rijswijk en
zijn familie. Jan van Rijswijck en zijn broeder en
zusters geven de heer van Altena de halve tienden terug,
welke heer Heyman had gekocht. De heer van Altena geeft
aan Jan van Rijswijck in onversterfelijk erfleen het
dagelijks gerecht van Rijswijk tot tien schellingen toe.
Van de boeten boven tien schellingen, welke binnen het
gerecht van Rijswijk vervallen, zal de heer van Altena
twee derde genieten en de heer van Rijswijck een derde.
Voorts zal Jan van Rijswijck zijn huis en enig land van
de heer van Altena in leen houden.
- LRK Holland 51, (XIV) fol.15v:
29-4-1300, De overdracht van een halve tiende grond door
heer Heijman de ridder van Rijswijk en Jan, zijn zoon,
zoals heer Heijman, vader van heer Heijman de ridder,
haar kocht.
III. (kind van II)
Jan van Rijswijck, ridder, heer van Rijswijk, geb. ca. 1270,
overl. na 27-9-1321, tr. NN
Kind:
- Boudewijn van Rijswijck, geb.
1300/10, volgt IV-1.
- Willem van Rijswijck, geb.
1300/10, volgt IV-2.
Bronnen:
- Van den Brand, Onbekend
Horn-archief, 152, nr. 14, Digitaal
Oorkondenboek Noord-Brabant, 7-6-1310: Willem de Bote, Jan van der
Dussen, Jan van Rijswijk, ridders, Dirk de Borchgrave en
Robijn Lodewijks Bokelerszn., knapen, leenmannen van
Gerard, heer van Horn en Altena.
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena inv. 80,
12-3-1311: Als getuige voor Gerard van Horne.
- Rijksarchief te Utrecht, Cartularium Archief St.Pieter
inv. nr. 1, fol. 30 en 30v, 7-4-1311: Als buurman van Arnoud van
Uitwijk.
- Brussel, Leenboek van
Brabant (het zgn. "Casselboek") fol 17v,
aangevangen in 1312: Johannes de Rijswijc, decimam apud
Helvorde et censum valentem annuatim 6 libras.
- Charter van Altena, heren
van Putten en Strijen, inv. 9
- Heerlijkheid
Barendrecht inv. 112 fol.9, 1320: Jan van Rijswijck, ridder, als
getuige. voor Gerard van Horne
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 66 fol. 30, 27-9-1321: Als getuige voor Gerard I
van Horne.
IV-1. (kind van III)
Boudewijn Jansz. van Rijswijck, heer van Rijswijk, geb. ca. 1300/10,
tr. NN.
Hieruit bekend:
- Ave van Rijswijck, volgt V-1.
IV-2. (kind van III)
Willem Jansz. van Rijswijck, ridder, geb. 1300/10, overl. voor
1374, tr. NN.
Hieruit bekend:
- Jan van Rijswijck, geb. 1350/60,
volgt V-2.
- Margaretha van Rijswijck, geb.
1350/60, volgt V-3.
- Agnees van Rijswijck. geb.
1350/60
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 220, fol.29v, 26-9-1347: Willem van Rijswijck
verzoekt graaf Willem V van Holland namens Willem van
Horne om deze te belenen met de heerlijkheid Altena (wordt
ingewilligd 21 april 1351 (Archief Altena nr. 35).
- Frans van Mieris, Groot Charterboek der Graaven
van Holland etc. III, 149
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 226, fol.83v, 3-6-1363: Heer Willem van Rijswijck
wordt bij opdracht beleend met zijn bezittingen in
Rijswijk.
- Archief Nassause
Domeinraad 44, fol. 71: Jan van Rijswijck wordt beleend
met enkele percelen onder Uitwijk, zoals heer Willem van
Rijswijk zijn vader.
- 's-Hertogenbosch
R1180 fol. 82,
donderdag na Jubilate 1394: "Johannes de Rijswijc
filius quondam dominus Willem de Rijswijc miles...."
; Jan van Rijswijc, zoon van wijlen heer Willem van
Rijswijck, ridder, draagt op aan heer Henrick, persoon
van Ethen ten behoeve van heer Willem van Bucstel, ridder,
de helft in de helft van 6 bunder beemd genaampt "Tspapencamp"
bij Essendonc in Udenhout. Jan van Rijswijc en Henrick,
schout van Ethen hadden deze helft gekocht van Henrick
Roeffen van Zulikem.
V-1. (kind van IV-1)
Ave van Rijswijck, overl. na 1387, tr. Floris van Dalem, zoon van
Roelof van Dalem en Beatrix van Duivenvoorde.
Uit dit huwelijk:
- Jan van Dalem Florisz.,
ridder, rentmeester van de heer van Blois.
- Jan van Rijswijck Florisz.
van Dalem, overl. voor 24-8-1404, heer van Rijswijk, tr.
Geertruida van Nispen, dochter van Jan van Nispen.
- Roelof van Rijswijck Florisz.
van Dalem, heer van Rijswijk. tr. joffr. Agnese
Dircsdochter van Hemert. Roelof verkoopt de heerlijkheid
Rijswijk op 28-4-1436 aan Glimmer Jansz.
- Floris van Rijswijck
Bron:
- Klooster
Het Hollandse Huis inv.1 fol. 128, 1-9-1414: Roelof van Rijswijck
genoemd als ambachtsheer van Rijswijk bij de overdracht
van 10 morgen land te Hontwijk aan het kartuizer klooster
te Geertruidenberg.
- Gelders Archief,
Heerlijkheid Nederhemert, inv. 86, 19-1-1420: Peter van
Hemert Dircsz en Roelof van Rijswijc, man van joffr.
Agnese Dircsdochter van Hemert, doen afstand van 13 hont
land, gelegen in het gericht van Hemert, ten behoeve van
Ghijsbert heer van Hemert.
V-2. (kind van IV-2)
Jan Willemsz. van Rijswijck, baljuw van Altena, geb. 1340/50,
overl. ca. 1415, tr. NN
Hieruit bekend:
- Gerrit van Rijswijck, geb.
1370/1380, volgt VI-1.
- Jan van Rijswijck, geb. 1370/1380,
volgt VI-2.
- Willem van Rijswijck, geb.
1370/1380, volgt VI-3.
- Alit van Rijswijck, geb. 1370/1380,
volgt VI-4.
- Albert van Rijswijck, geb.
1380/1400, volgt VI-5.
Bronnen:
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland, inv. nr. 226 fol. 136, 28-10-1374: Albrecht van
Beieren beleent Jan van Rijswijck heer Willemszoon met
diens bezittingen in Rijswijk.
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 66, fol.10 en 10v, 7-5-1391: Schout,
burgemeesters en schepenen van Woudrichem geven een keur
i.v.m. de brand van de stad. Jan van Rijswijck genoemd
als baljuw van Altena: "met consent van Jan van
Rijswijck onsen baelyu".
- Klooster
Het Hollandse Huis inv.1 fol. 77v, 8-1-1392: Schepenen van
Gageldonck oorkonden dat Jan van Rijswijck aan de
kartuizers te Geertruidenberg heeft verkocht een stuk
land gelegen aan het eind van de Hoge Braken bij
Roosendaal
- Klooster
Het Hollandse Huis inv.1 fol. 77, 17-2-1392: Schepenen van
Rosendaal oorkonden dat Jan van Rijswijck aan de
kartuizers te Geertruidenberg een stuk weiland in Wouters
Blok en een stuk land in Cromsair heeft verkocht.
- 's-Hertogenbosch
R1180 fol. 82,
donderdag na Jubilate 1394: "Johannes de Rijswijc
filius quondam dominus Willem de Rijswijc miles...."
; Jan van Rijswijc, zoon van wijlen heer Willem van
Rijswijck, ridder, draagt op aan heer Henrick, persoon
van Ethen ten behoeve van heer Willem van Bucstel, ridder,
de helft in de helft van 6 bunder beemd genaampt "Tspapencamp"
bij Essendonc in Udenhout. Jan van Rijswijc en Henrick,
schout van Ethen hadden deze helft gekocht van Henrick
Roeffen van Zulikem.
V-3. (kind van IV-2)
Margaretha Willemsdr. van Rijswijck, geb. 1350/60, tr. Zeger
Jansz. van Well.
Uit dit huwelijk:
- Elisabeth van Well, geb. ca.
1385
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 66, fol.16 en 16v, 18-5-1389: Zeger van Well
Jansz. wordt bij opdracht beleend met 6 morgen land in
Rijswijk, met lijftocht voor Margaretha zijn vrouw,
dochter van heer Willem van Rijswijck.
VI-1. (kind van V-2)
Gerrit Jansz. van Rijswijck, geb. 1370/1380, Gerritsd. tr.
Bertrade van den Roeve, dochter van Jan van den Roeve en NN.
Uit dit huwelijk:
- Willem van Rijswijck, geb. ca. 1390
- Elisabeth Gerritsd. van Rijswijck, zij huwt Dirck Glimmer Jansz.
Bronnen:
- Klooster
Het Hollandse Huis inv.1 fol. 128, 1-9-1414: Gerrit van Rijswijck
genoemd als heemraad van Rijswijk bij de overdracht van
10 morgen land te Hontwijk aan het kartuizer klooster te
Geertruidenberg.
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. 230, fol.123v en 124, 4-2-1415: Gerrit van Rijswijck
wordt na het overlijden van Jan zijn vader beleend met
zijn bezittingen in Rijswijk, met lijftocht voor Bertruda,
dochter van Jan van den Roeve, zijn vrouw.
- Nationaal Archief Den Haag,
Graven van
Holland inv. nr. 68, fol. 30, In 1417: Na de terugkeer van de
souvereiniteit aan de Hornes, wordt Gerrit opnieuw
beleend
- Nationaal Archief,
Nassause Domeinraad inv. 7318, Leenboek van der Lek en
Polanen, fol. 359, 26-7-1415: Willem Gerijtsz. van
Rijswijck wordt beleend met 3½ morgen en nog 7 morgen en
1 hont land.
VI-2. (kind van V-2)
Jan Jansz. van Rijswijck, geb. 1380/1390, overl. na 1455, tr. met
Aleidis van den Nuwelant, dochter van Jan Geerlincksz. van den
Nuwelant en Luijtgart
Hieruit bekend:
- Elisabeth van Rijswijck, geb.
ca. 1424/1425, overl eind 1470. Zij trad 1429/1430 in in
het Cistercienzerklooster Leeuwenhorst bij Noordwijk en
was daar tussen 1460 en 1470 abdis.
- Geerlacus van Rijswijck, geb.
1420/1430, vermeld 1448, 1455, 1457, 1479, volgt VII-1.
- Luijtgart van Rijswijck, geb.
1430/1440, volgt VII-2.
- Gijsbert van Rijswijck, geb.
1430/1440, vermeld 1473 en 1481
- Dirk van Rijswijck, geb. 1430/1440,
vermeld in R1214 fol. 194
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1183 fol. 148,
1403: "Johannes filius Johannes de Rijswijc filius
quondam dominus Wilhelmi de Rijswijc miles", Jan,
zoon van Jan van Rijswijck zoon van wijlen heer Willem
van Rijswijck, ridder, Het gaat over goederen in de
parochie Oisterwijk ter plaatse genoemd Udenhout in den
Essendonc.
- 's-Hertogenbosch
R1204 fol. 239,
1433: Domicella Mechteld, dochter van wijlen Peter --
wijlen Egidius van Nuwelant draagt goederen op aan Jan
van Rijswijck, zoon van wijlen Jan van Rijswick zoon van
heer Willem van Rijswijck.
- 's-Hertogenbosch R1190 fol.2v
e.v., 1416/1417: Vermeld Jan van Rijswijck en zijn vrouw
Aleijt van Nuwelant, dochter van Jan van Nuwelant en
joffr. Luijtgart.
- 's-Hertogenbosch
R1197 fol. 131,
29-2-1426: Jacob van Vladeracken een cijns van negen
gulden, zogenaamde blauwe guldens of een andere goede
waarde, welke cijns Florentius Wiggers en Henric Zegers
na een geschil hadden geaccepteerd en die Jacob van
Vladderacken moest betalen, draagt hij erfelijk over aan
Johannes van Rijswijk met de brieven en belooft onder
verband van al zijn goederen hem uit zijn deel schadeloos
te houden.
- 's-Hertogenbosch
R1202 fol. 145v,
6-9-1432: Johannes van Rijswijck als man van joffrouw
Aleidis, dochter van wijlen Jan van Nuwelant heeft een
rente van 9 gouden guldens Blaeuwe guldens
genoemd, welke rente Florentius Wiggers en Henricus
Zegers en hun opvolgers beloofd hadden te betalen op
Philippus en Jacobus, apostelen, overgedragen aan Jacobus
van Vladeracken, krachtens een vonnis van 12 maart 1419
tussen Florencius en Henricus enerzijds en Jacobus van
Vladeracken anderzijds; welke rente Johannes van
Rijswijck verkregen had van Jacobus van Vladeracken; en
thans overdraagt aan Ricoldus de Borchgreve zoon van
wijlen Ricoldus.
- 's-Hertogenbosch
R1206 fol. 38,
20-1-1436: Johannes van Rijswijc zoon van wijlen Johannes
zoon van wijlen heer Wilhelmus van Rijswijc, ridder, van
de ene zijde; en Theodericus die Borchgreve anderzijds,
hebben zich eerzaam gehouden en verklaren zich te
verbinden aan het oordeel van meester Gerardus van
Vladeracken, doctor in de rechten, Gerardus Snoecx,
Petrus van den Scelenvenne (?), en Rudolphus Stricks,
over bepaalde zaken, twisten en bevoegdheden, tussen hen
en joffrouw Mechteldis, weduwe van Egidius van Nuwelant
enerzijds en Ricoldus Borchgreve anderzijds. Zij zullen
zich aan het eindoordeel houden.
- 's-Hertogenbosch
R1209 fol. 133v,
14-1-1439: Jan zoon van Jan van Rijswijc zoon van wijlen
heer Willem van Rijswijc, ridder, als man van jonkvr.
Aleijt van Nuwelant dochter van Jan van Nuwelant,
verkoopt landerijen in Geffen aan Dirck die Borchgrave.
Geerlinck van Rijswijc zoon van de eerstgenoemde Jan van
Rijswijk ziet af van vernadering.
- 's-Hertogenbosch
R1210 fol. 240v,
7-6-1440: Jan van Rijswijc, als man van jonkvr. Aleijt
van Nuwelant verkrijgt van Otto van Boetsellaer,
weduwnaar van jonkvr. Luijtgart dochter van Jan van
Nuwelant samen met Dirck en Ricout zoon van wijlen
Rijcout die Borchgreve, erven in Blaerchem, Lommel en
Wijntelre.
- 's-Hertogenbosch
R1213 fol. 220v,
6-6-1443: Johannes van Nuwelant zoon van wijlen Gherlacus
en Maria, dochter van Johannes van Amstel en van wijlen
Elisabeth, dochter van wijlen Gerlacus van Nuwelant,
hebben verkocht aan Johannes van Rijswijc zoon van wijlen
Johannes van Rijswijc zoon van heer Willem van Rijswijc,
ridder, een erfpacht van twee mud rogge Bossche maat, uit
twee derde delen, hen toebehorend uit hun allodiale en
cijnsgoederen, gelegen te Nuenen. (Deze akte is een
vervolgakte op een voorgaande).
- 's-Hertogenbosch
R1213 fol. 287v,
10-5-1443: Johannes van Rijswijc , Johannes en Arnoldus
zonen van wijlen Ricoldus die Borchgrave hadden beloofd
aan Otto van den Barsselaer (= van den Boetselaer) een
lijfrente van 23 Philipsgulden. Otto verklaart nu die
lijfrente uitgekeerd gekregen te hebben en hen te
vrijwaren.
- 's-Hertogenbosch
R1214 fol. 99,
15-6-1444: : Johannes van Rijswic zoon van wijlen
Johannes zoon van wijlen Willem van Rijswic, ridder,
heeft beloofd aan Johannes van Boningen, een erfpacht van
jaarlijks een mud tarwe uit zijn land gelegen te Lyth en
Blaerthem. 15 juni 1444.
- 's-Hertogenbosch
R1214 fol. 194,
4-7-1444: Johannes van Rijswijck zoon van wijlen Johannes
van Rijswijck, zoon van wijlen heer Willem van Rijswijck,
ridder, heeft een erfpacht van twee mud tarwe Bossche
maat uit twee derde delen van een pacht, verkregen door
Johannes van Rijswijck van Johannes van Nuwelant en
vrouwe Maria door koop verkregen had, verkocht aan zijn
broer Derick. In een voorgaande akte is sprake van die
pacht en blijkt Maria de dochter te zijn van heer
Johannes van Amstel, waarvan een deel wordt verkocht aan
Fredericus Michelinck.
- 's-Hertogenbosch
R1216 fol. 287v,
15-6-1445: Henric die Hoesche erkent te hebben ontvangen
uit handen van Ricold de Borchgrave 23 Philipsschilden,
die Otto van de Beukelaer moest betalen eind April aan
Ricold de Borchgreve, Johannnes van Rijswijc en aan de
weduwe van wijlen Dirk de Borchgreve.
- 's-Hertogenbosch
R1218 fol. 334v,
21-2-1448: Gerlachus de zoon van Johannes van Rijswic
belooft aan ----------- Johannes zoon van wijlen Peter
Jansen belooft aan Johannes de Hollander zoon van wijlen
Gibonis van Loon 12 --- met Pasen of de waarde daarvan.
Gerlacus zoon van Johannes van Rijswic belooft aan zijn
vader Johannes 50 Rijders.
- 's-Hertogenbosch
R1225 fol. 345,
9-4-1455: Johannes van Rijswijc bevestigt dat hij heeft
ontvangen een erfcijns van 20 schillingen, welke cijns
Walterus van Osse verkregen had van Henricus zoon van Yda
gezegd Verenyden van Osse, en een cijns van 20
schillingen, welke cijns Walterus van Os verkregen had
van Paulus zoon van wijlen Jan van Geffen.
- 's-Hertogenbosch
R1243 fol. 169,
7-10-1473: Hermanus van Bronckhorst heeft alle goederen
van Giselbertus van Rijswijc, door Giselbertus aan
Hermanus overgedragen, thans overgedragen aan Johannes
van Savelberch, rentmeester.
- 's-Hertogenbosch
R1250 fol. 281v,
3-4-1481: Gijsbertus van Rijswijc zoon van wijlen
Johannes van Rijswijc en Johannes van Bronckhorst
Hermansz. en domicella Adriana van Druthen beloven
gezamenlijk aan Johannes Degens zoon van Gerrit 22
schilden met st. Jacobus Apostel volgend jaar. Getuigen
Buck en Berck
- 's-Hertogenbosch
R1250 fol. 420,
12-1-1481: Gijsbertus van Rijswijck zoon van wijlen
Johannes belooft aan Johannes Dacheus (?) 100 mud haver,
de helft op St. Petrus aanstaande en de helft op St.
Petrusstoel (St. Petrus ad Cathedram).
- Voor Elisabeth Jansdr. van
Rijswijk zie het boek "Verborgen en geborgen, het
Cistercienzerklooester Leeuwenhorst in de Noordwijkse
regio (1261-1574)" door Geertruida de Moor uit de
reeks Middeleeuwse studies en bronnen, Hilversum Verloren
1994.
VI-3. (kind van V-2)
Willem Jansz. van Rijswijck, geb. 1370/1380, overl. voor 1411, tr.
Gudelt van Eijcke, dochter van Jan van Eijcke. Zij was weduwe van
Jacobus zoon van Wynricus Screijnmaker
Geen kinderen gevonden.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1183 fol. 232,
ca. 1403: Willem van Rijswijk gehuwd met Guedelke zijn
vrouw, weduwe van wijlen Jacobus zoon van wijlen
Wijnricus Screijnmaker een erfelijke pacht van 5 mud
rogge, verkocht door wijlen Reinier aan Jasper zoon van
Engeland vermeld in schepenbrieven welke pacht nog drie
jaar ten achter is. Wilhelmus de Rijswijc echtgenoot van
Gudelken zijn huisvrouw, weduwe van wijlen Jacob zoon van
wijlen Wijnricus Screijnmaker.
- 's-Hertogenbosch
R1184 fol. 26v,
23-4-1405: Wilhelmus van Rijswijc als echtgenoot van
Guedeken, weduwe van wijlen Jacobus zoon van wijlen
Wynricus Screijnmaker wordt bevestigd in de helft van een
erfpacht van 20 mud rogge Bossche maat, te betalen op
Kerstmis, welke pacht was uitgesplitst in een pacht van 6
mud rogge en vier kippen, door Wynricus verkregen van van
Jacobus van Michelinck en verdeeld geërfd door Guedeken,
zoals in (schepen-)brieven is bevestigd. Uit deze pacht
heeft Wilhelmus nu een pacht van 1 ½ mud overgedragen
aan Wynkinus wijlen Screynmakers.
- 's-Hertogenbosch
R1185 fol. 84v,
1407: Willem van Rijswijc een erfelijke pacht van een mud
rogge te vergelden op het feest van Kerstmis door Wijnric
Screijnmaker beschreven in schepenboeken aan Johannes de
zoon van wijlen Arnold van Engelant
- 's-Hertogenbosch
R1185 fol. 286,
1407: Willem van Rijswijc en Nicolaas van Brakel beloven
onverdeeld onder verband van al hun goederen aan Willem
Bac, zoon van wijlen Matheus van de Molengrave 80 nieuwe
Gelderse guldens of een andere goede waarde in Groten
Vlaams of andere vergelijkbare waarde gerekend voor
schepenen Dicbier en Hoernken.
- 's-Hertogenbosch
R1186 fol. 167,
1408/1410: Willem van Rijswijc zoon van Johannes van
Rijswijc en Wilhelmus Wege zoon van Goeswinus beloven
gezamenlijk onder verband van al hun goederen ten behoeve
van genoemde altaar 50 franse kronen met Remigius
eerstkomende.
- 's-Hertogenbosch
R1187 fol. 336,
12-2-1411:Willem zoon van wijlen Willem zoon van wijlen
Arnold Tielkens wettige man van Gudela zijn vrouw dochter
van wijlen Johannes van Eijck weduwe van wijlen Willem
van Rijswijc bezit een huis met aanhorigheden van
genoemde wijlen Johannes van Eijck gelegen in den Bosch
aan de Vughterdijk tussen het erf van Gerrit ----------
aan een zijde en het erf van Rudolf Polslauwer aan de
andere zijde, welk huis en aanhorigheden genoemde
Johannes van Eijck gekocht had van Ghibonus Neve alias
genoemd van Eijck hem overgeërfd van Johannes van Breda
volgens schepenbrieven ------- en verkoopt dit aan Gerrit
zoon van wijlen Nicolaas van Breda etc.
Genoemde Gerrit belooft aan Willem en Gudela een
erfelijke cijns van 8 guldens te betalen met Kerstmis de
eerste helft en met Pasen het tweede deel. Genoemde
Gerrit belooft aan genoemde Willem 44 Franse kronen of
andere goede waarde met Pasen en volgende jaren.
- 's-Hertogenbosch
R1212 fol. 273v,
3-1-1442: Johannes van Rijswijc, zoon van wijlen Johannes
van Rijswijc belooft onder verband van al zijn goederen
te geven en te betalen aan Guedelde van Eijck in volgende
jaren met st. Jans geboorte gedurende twee jaren --
rijnsche guldens met een waarde van 20 stuivers of andere
goede waarde op St.Jans geboorte eerstkomende.
VI-4. (kind van V-2)
Alit Jansdr. van Rijswijck, geb. 1370/1380, overl. voor 1417, tr.
Gherijt van Ganswijck
Hieruit bekend:
- Willem van Ganswijck, geb. ca.
1390/1395, overl na 1417.
- Juete van Ganswijck, geb.
1400/1405.
- Lijsbeth van Ganswijck, geb.
1400/1405.
Bronnen:
- Klooster Het Hollandse
Huis inv.1 fol. 127v, 2-7-1417: Willem van Ganswijc,
Juete ende Lijsbeth zijn onmondige zusters en Gherijt van
Rijswijc als haren ghecoren voogd doen een gift van een
huyse ende ghesaet metten Wiel ende Uyterdijk die daar
toebehoort gelegen in den gericht van Emmikhoven, en 4
morgen land geheten de Wielcamp te Almkerk aan het
kartuizer klooster te Geertruidenberg. Hessel abt van het
klooster is verlijt tot ene rechten erftijnse van de
goederen die waren afkomstig van Gherijts kinder van
Ganswijck die hi hadde bi joncfrouwe Aliten Jans dochter
van Rijswijc.
VI-5. (kind van V-2)
Albert van Rijswijck, geb. 1380/1400.
Van Albert van Rijswijck heb ik nog geen huwelijk en nakomelingen
gevonden.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1206 fol. 260,
1436: Aelbertus de zoon van wijlen Johan van Rijswijk
belooft onder verband van al zijn goederen aan Ard Rover,
de zoon van Lambert Beerze van Schijndel 46 Peters of
andere goede waarde en 25 nieuwe schilden in volgende
jaren.
- 's-Hertogenbosch
R1207 fol. 236v,
1437: "Albertus filius quondam Johannes de Rijswijc..."
Albertus zoon van wijlen Johannes van Rijswijck belooft
Nicolaas Lobbe binnen 2 jaar 20 Arnoldusguldens te
betalen.
- 's-Hertogenbosch
R1209 fol. 369v,
17-6-1439: Albertus zoon van wijlen Johannes van Rijswijc
beloofde aan Nycolaus Lobbe binnen twee jaar tien ponden
betaling en 20 Arnoldusgulden. Nycolaus verklaart thans
betaald en voldaan te zijn.
- 's-Hertogenbosch
R1210 fol. 394,
7-6-1440: Johan van den Hoernic, zoon van wijlen Mathias
Scoteldreger belooft Albertus zoon van wijlen johannes
van Rijswijc 45 "Peters"guldens te betalen.
- 's-Hertogenbosch
R1211 fol. 246,
20-1-1441: Aelbert zoon van wijlen Johannes van Rijswijck
belooft Nicolaas Lobbe 48 Arnoldusguldens.
- 's-Hertogenbosch
R1215 fol. 262,
15-6-1445: Arnoldus Rover zoon van wijlen Lambertus van
Beerze van Scynle, Johannes zoon van wijlen Gibo Yden,
Albertus zoon van wijlen Johannes van Rijswijc, Wilhelmus
zoon van wijlen Johannes van Meyensvoirt, hebben beloofd
aan Arnoldus van Baest (kanunnik en scholaster van de St.
Paulus te Luik) 120 gulden.
- 's-Hertogenbosch
R1216 fol. 348,
7-7-1445: Aelbertus de zoon van wijlen Johannes van
Rijswijc, Johannes zoon van Ghibonis Rijcoutssoen, Henric
van der Wande, Arnold van Zochel, Willem, zoon van wijlen
Franconis van Esch, en Herman Junior zoon van Corstiaan
van den Hoevel en Willem van den Dijc, natuurlijke zoon
van wijlen Johannes van den Dijc beloven onverdeeld en
gezamenlijk te betalen aan Ghita ( Geetruida Beertken van
der Velde?) 110 guldens. Getuigen Monix en Julian.
- 's-Hertogenbosch
R1218 fol. 358,
1547/1548: Johannes Wijtlinc zoon van wijlen Johannes
Wijtlinc, Daniel zoon van wijlen Johannes van der Aa,
Johannes zoon van wijlen Rudolph die Rover van den Bosch,
Henric zoon van Henric van den Hoevel, Aelbert zoon van
wijlen Johan van Rijswijck, Gregrius zoon van wijlen
Johannes Rademakers en Herman Junior zoon van wijlen
Corstiaan van den Hoevel beloven gezamenlijk en
onverdeeld aan Heer Willem 33 Arnhemse guldens
- 's-Hertogenbosch
R1220 fol. 221v,
29-4-1450 (5 dagen nadat men zingt Jubilate, dat is dus
rond pasen): Mathias van de Hoernic zoon van wijlen
Johannes in afwezigheid van Hadewich dochter van wijlen
Ghita ( Geertruida?) dochter van wijlen Henric Corstiaans
belooft een erfelijke pacht van een half mud rogge van de
maat van den Bosch te gelden en te betalen in den Bosch
aan Hadewich namens Aelbert zoon van wijlen Johannes van
Rijswijc, zoals hij zeide, en belooft genoemde Aelbert
schadeloos te houden. Getuigen Haeck en Bever.
VII-1. (kind van VI-2)
Geerlacus (ook Geerlinck of Geerlof) Jansz. van Rijswijck, geb.
1420/1430, overl. voor 9-10-1507, tr. met Elisabeth van Mulsel,
ook van Bucstel, dochter van Gerit van Mulsel (van Bucstel) en
Elisabeth Jansdr. van Best (Zij was dochter van Gielis van Ghele,
zoon van Jan van Hees).
Kinderen:
- Gerard van Rijswijck, geb.
1440/1450, vermeld 1478, 1491, 1498, volgt VIII-1.
- Elisabeth van Rijswijck, geb.
1450/1460, overl. 12-3-1503. Zij trad 1459/1460 in in het
Cistercienzerklooster Leeuwenhorst bij Noordwijk. Haar
vader Geerlof betaalde 39 pond en 4 schellingen.
- Johannes van Rijswijck, geb.
1450/1460
- Bartholomeuske van Rijswijck,
geb. 1450/1460, volgt VIII-2.
- Geerlacus van Rijswijck, geb.
1450/1460, vermeld 1491.
- N.N. van Rijswijck. geb. 1467/1468,
overl. voor 1488. Zij trad 1468/1469 als 1 jarige in in
het Cistercienzerklooster Leeuwenhorst bij Noordwijk.
Haar vader Geerlof betaalde 40 pond.
N.B. Mulsel is een toponiem
in de parochie van Boxtel: "een mansus in de parochie
Bucstel ter plaatse Mulsel" De personen met de naam van
Mulsel komen ook voor onder de naam van Bucstel.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1220 fol. 269,
21-11-1449: Heer Otto van Puyflijck ridder, belooft onder
verband van al zijn goederen aan Jonker Gerlach, zoon van
wijlen Johannes van Rijswijc 14 Postulaatsguldens of
andere waarde met lichtmis eerstkomende te betalen.
Getuigen Boest en Haeck.
- 's-Hertogenbosch
R1224 fol. 212,
nov. 1453: Gerlacus de zoon van Johannes van Rijswijk als
man en voogd van Elisabeth zijn huisvrouw dochter van
wijlen Gerardus, zoon van wijlen Gerardus van Boxtel zoon
van Heer Gerardus van Boxtel verscheidene roerende en
onroerende goederen hen aangekomen bij dode van genoemde
wijlen Gerard en wijlen Elizabeth, toen zij leefden van
----- hun bloedverwant, dochter wijlen Johan van Best hun
erfgenaam, en dragen die goederen over aan Herbert Hals,
zoon van Rudolph Hals.
Volgt nog een stukje acte waarin Gerard en Johannes,
gebroeders en Bartholomeeusken hun zuster, kinderen van
genoemde Geerlacus en bloedverwanten van genoemde Herbert
Hals, een jaarlijke en erfelijke pacht krijgen van 2
lopen rogge Oirschotse maat met lichtmis te betalen uit
goederen gelegen in Oirschot aan het Gunterslaer tussen
het erf van Johannes van Helmont etc etc.
- Eindhoven, Collectie fam.
Spoor inv. 331, 9-3-1453: Oorkonde van schepenen van
s-Hertogenbosch waarbij Gerardus, zoon van wijlen
Gerardus, zoon van wijlen Gerardus van Bucstel, zoon van
wijlen heer Gerardus van Bucstel, en Herbertus Hals, man
en voogd van Eva, zijn echtgenote, dochter van de tweede
genoemde wijlen Gerardus heeft overgedragen aan Johannes
en Bartholomeus, kinderen van de twee genoemde wijlen
Gerardus drie vijfde deel van een hoeve (mansus) van
genoemde wijlen Gerardus, gelegen in de parochie Bucstel
ter plaatse Mulsel.
- 's-Hertogenbosch
R1225 fol. 128v,
9-4-1455: Rycoldus die Borchgreve en Gerlacus zoon van
Johannes van Rijswijc beloven aan joffrouw Margaretha (?)
weduwe van wijlen Theodericus die Borchgreve 232
schillingen, Peters genoemd, en terug te betalen binnen
zes jaar.
- 's-Hertogenbosch
R1225 fol. 345,
9-4-1455: Johannes van Ryswyc bevestigt dat hij heeft
ontvangen een erfcijns van 20 schillingen, welke cijns
Walterus van Osse verkregen had van Henricus zoon van Yda
gezegd Verenyden van Osse, en een cijns van 20
schillingen, welke cijns Walterus van Os verkregen had
van Paulus zoon van wijlen Jan van Geffen.
- 's-Hertogenbosch
R1227 fol. 357,
1456/57: Geerlacus Jansz. van Rijswijck en Henrick Loef
zoon van wijlen Wynant Loef (getrouwd met Jenneke Henrick
van Nuwelant) hebben opgedragen aan Jan Marten Smeeds een
pacht van tien mud rogge Eindhovense maat, te leveren op
Maria Lichtmis, uit een vierde van de Oude Tienden van
Gestel bij Eindhoven en uit de tienden te Blaerthem en
uit de tiendgoederen van Geerlinck van Blaerthem.
- 's-Hertogenbosch
R1227 fol. 480,
18-1-1457: Johannes Smeeds zoon van wijlen Martinus heeft
beloofd aan Gerlacus van Rijswijck zoon van Johannes, 5
mud rogge Eindhovense maat, te leveren voor het einde van
het jaar; en 5 mud rogge Eindhovense maat en 150
schillingen, Peters genoemd, te betalen binnen twee jaar;
en de laatste roggepacht te leveren in St. Lambertus
Blaerthem
- 's-Hertogenbosch
R1230 fol. 125v,
29-8-1460: Ricoldus zoon van wijlen Dirck de Borchgreve,
uit het huwelijk van wijlen Dirck en domicella Margeretha
zijn huisvrouw, dochter van wijlen Arnold Houtappel
tezamen verwekt, erkent ontvangen te hebben van domicella
Margaretha zijn moeder het huis waarin Dirck is gestorven,
en waarvan domicella Margaretha het vruchtgebruik heeft,
daarbij nog een erfelijke pacht van 7½ mud rogge
Blaerthemse maat, welke de kinderen van Margareta en
Dirck verkocht hadden aan Ricold de Borchgrave, zoon van
genoemde Dirck en aan Gerlach van Rijswijk, zoals zij
zeiden.
- 's-Hertogenbosch
R1231 fol. 131v,
9-12-1461: Gerardus en Johannes gebroeders, kinderen van
wijlen Gerardus genaamd van Mulsen uit het huwelijk van
wijlen Gerardus en wijlen Elisabeth zijn vrouw, dochter
van Johan van Best, samen verwekt, Gerlacus, genoemd van
Rijswijc, als man en voogd van Elisabeth zijn huisvrouw,
zoals hij zei en Herbert Hals als man en voogd van Eva
zijn huisvrouw dochter van genoemde wijlen Gerardus en
Elisabeth, diverse goederen die Elisabeth na dode van
wijlen Johannes genoemd Stempel en wijlen Elisabeth zijn
vrouw , zuster van Mechtildis weduwe van wijlen Jacobus
van Oisterwijc bij versterf is aangekomen en op
verschillende plaatsen gelegen, dragen dit over aan
Katharina en Jacoba gezusters, kinderen van wijlen
Egidius Geel, voor schepenen in den Bosch en beloven
onverdeeld en gezamenlijk hun en alle erfgenamen
schadeloos te houden.
- 's-Hertogenbosch
R1247 fol. 229,
11-12-1477: : Heer Johannes van den Arennest, priester,
ook namens Gerardus van Catwijck, meester Johannes van
Vladeracken, zoon van Matheus van Vladeracken, Gerardus
van Vladeracken zoon van Arnoldus van Vladeracken, voor
hem en voor zijn zuster Alverarde van Vladeracken,
Godefridus van den Broeck zoon van wijlen Godefridus van
den Broeck, voor hem zelf en voor Johannes van den Broeck,
Jacobus van den Meerendonck, voor hem zelf en voor
Elisabeth zijn moeder, Herbertus Hals als man van Eva
dochter van wijlen Gerardus van Mulsen, en Johannes zoon
van gezegde wijlen Gerardus van Mulsen, voor hem en voor
Geerlacus van Rijswijck als man en voogd van zijn vrouw
Elysabeth, dochter van wijlen Gerardus van Mulsel, hebben
overgedragen aan Woltherus van Essche (pannicida=lakenscheerder)
zoon van wijlen Andreas, een erfpacht van tien sester
tarwe Bossche maat, uit een huis, hof en erf te
Oisterwijk, ter plaatse genaamd Udenhout, op de Sess
Hoeven, en andere percelen te Udenhout, welke pacht
Lambertus van Doerne zoon van Christianus ten behoeve van
Arnoldus zoon van wijlen Engbertus zoon van wijlen
Jacobus Avensoen van Bartholomeus zoon van wijlen
Henricus Stevens verkregen had. 10 december 1476.
- 's-Hertogenbosch
R1248 fol. 220,
26-7-1479: Een oorkonde betreffende de familie Van
Nuwelant. In de marge staat: Een copie van deze akte zal
worden gegeven aan Gerlacus Janss van Rijswijck.
- 's-Hertogenbosch
R1249 fol. 202,
4-3-1480: Herbertus Hals als man van Eva Gerardi van
Mulsel draagt over aan Geerlacus Johannes van Rijswijck
als echtgenoot van Elisabeth van Mulsel een erfpacht van
1 mud rogge, 1/6 deel van de erfthijs uit bovengenoemde
erfdeling en 1/4 deel in 20L rogge.
- 's-Hertogenbosch
R1260 fol. 252v,
5-5-1491: Gerlacus van Rijswijck geeft aan de
stadssecretaris volmacht juridisch op te treden voor zijn
zoon Gerlacus van Rijswijck tot aan wederopzegging.
- 's-Hertogenbosch
R1269 fol. 290v,
3-6-1501: Geerlacus Jansz. van Rijswijck draagt goederen
te Nulant en Geffen over aan Johannes van Zuermont
Willemsz. en Bartholomea zijn huisvrouw tot ondersteuning
van hun huwelijk.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 7v,
2-11-1507: Jonkvrouw Elisabeth weduwe van Gerlach van
Rijswijck met haar voogd het vruchtgebruik van de helft
van een huis in de parochie van Blaarthem dat Gerard de
zoon van genoemde Elisabeth na de dood van Gerlach
erfelijk is aangekomen en welk Elisabeth na de dood van
Gerlach overdraagt aan Gerard met de schepenbrieven en
belooft hem schadeloos te houden uit haar deel.
Genoemde Gerard verkoopt aan Arnold zoon van wijlen
Magister ------------ junior een erfelijke cijns van zes
guldens van 20 stuivers of andere goede waarde.
- Voor Elisabeth Geerlofsdr.
en haar zuster N.N.. van Rijswijk zie het boek "Verborgen
en geborgen, het Cistercienzerklooester Leeuwenhorst in
de Noordwijkse regio (1261-1574)" door Geertruida de
Moor uit de reeks Middeleeuwse studies en bronnen,
Hilversum Verloren 1994.
VII-2. (kind van VI-1)
Luijtgart Jansdr. van Rijswijck, geb. 1430/1440, tr, met Hendrick
van Donckelsvoirt, zoon van Goijaert van Donckelsvoirt en NN.
Kind:
- Jenneke van Donckelsvoirt,
geb. ca. 1460. Zij was gehuwd met Gijsbert Aertsz. van
Hulst.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1226 fol. 345v,
28-4-1456: Oda, weduwe van Jan de Backer, dochter van
Bartholomeus van Meerlair met haar voogd hebben gegeven
en betaald aan Luijtgard, dochter van wijlen Jan van
Rijswijck een jaarlijkse en erfelijke pacht op een huis
en erf in 's-Hertogenbosch over de brug genaamd de
Zwengelbrug
- 's-Hertogenbosch
R1232 fol. 238v,
1462: Henricus zoon van wijlen Goyaert van Donckelsvoort
als man en tutor van Luijtgard zijn vrouw, dochter van
wijlen Jan van Rijswijck een jaarlijkse en erfelijke
pacht 12 mud rogge welke pacht Oda had betaald aan
Luijtgard, dochter van wijlen Jan van Rijswijck.
VIII-1. (kind van VII-1)
Gerard Geerlincksz. van Rijswijck, geb. 1440/1450, vermeld tot
juli 1508, tr. NN.
Kind:
- Elisabeth van Rijswijck, geb.
1470/1480, volgt IX-1.
- Emond van Rijswijck, geb.
1470/1480. Volgens R1277 fol. 171 was hij al in 1507
overleden en had hij twee zonen: Gerlach en Adriaan.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1247 fol. 263v,
1477/1478: Geradus zoon Gerlacus van Rijswijc in
afwezigheid van Gerardus zoon van Jacobus Gerritsz. van
den Dungen belooft een erfelijke cijns van 6 nieuwe
guldens over gedragen aan Heer Magister Willem van den
Bosch ten behoeve van Gerit de zoon van Jacob Gerritsz.
zoon van Johannes van Mulsen zoon van wijlen Gerrit
beloofd volgens schepenrbrieven.
- 's-Hertogenbosch
R1266 fol. 197,
1497/1498: Gerardus zoon van Gerlachus van Rijswijk
belooft onder verband van al zijn goederen aan Daniel van
der Ameijden 5 mud rogge Ierselse maat, de helft met
Remigius en de de helft met Lichtmis eerstkomenende.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 171, 28-8-1507:
Jonkvrouw Bartholomea, weduwe van wijlen Johannes
Zuermont heeft opgedragen en overgegeven aan Robertus
Baekterwijck, priester, voor hem en ten behoeven van
Gerlach en Adriaen, zonen van wijlen Emond Gerardsz van
Rijswijck, Wilhelmus Roevers ---------- Getuigen Kuyst en
Brocken
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 7v, 2-11-1507:
Jonkvrouw Elisabeth weduwe van Gerlach van Rijswijck met
haar voogd het vruchtgebruik van de helft van een huis in
de parochie van Blaarthem dat Gerard de zoon van genoemde
Elisabeth na de dood van Gerlach erfelijk is aangekomen
en welk Elisabeth na de dood van Gerlach overdraagt aan
Gerard met de schepenbrieven en belooft hem schadeloos te
houden uit haar deel.
Genoemde Gerard verkoopt aan Arnold zoon van wijlen
Magister ------------ junior een erfelijke cijns van zes
guldens van 20 stuivers of andere goede waarde.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 35v, 14-2-1508:
Gerardus zoon van wijlen Gerlacus van Rijswijck heeft
verkocht aan meester Egidius zoon van Johannes van Weghe
een erfcijns van 5 gouden guldens uit een weiland genaam
die Vloe in de parochie van Blaerthem tussen mr.
Godefridus van Eijck, Elisabeth weduwe van Paulus van de
Venne, en grenzend aan de Gender.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 335, 5-6-1508:
Gerardus, gezegd van Rijswijck, zoon van wijlen Geerlacus
van Rijswijck, draagt op aan mr. Egidius, zoon van wijlen
Jan van Weghe een cijns uit goederen te Blaerthem.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 153, 18-7-1508:
: Gerardus van Rijswijck zoon van wijlen Gerlacus van
Rijswijck heeft verkocht aan Johannes van Erp zoon van
Johannes, en aan Katharina dochter van wijlen Gerardus
van der Heijden en aan Aleijdis dochter van genoemde
Gerardus van der Heijden, weduwe van Henricus van Aerle,
allen als voogden van de kinderen van Wilhelmus
Weijgerganck en van diens vrouw Heijlwig dochter van
Gerardus van der Heijden, en erfcijns van 7 ½
rijnsgulden, uit percelen te Blaerthem (niet met name
genoemd) met afbetalingsvoorstellen.
- 's-Hertogenbosch
R1284 fol. 524v,
10-9-1514: Gerardus van Rijswijck, zoon van Geelacus
heeft wettelijk en erfelijk verkocht aan Goswinus zoon
van wijlen Goeswijn van Rethien een jaarlijkse en
erfelijke cijns van 17 gouden Philippusguldens uit een
stuk land genaamd De Gemeijndt in de parochie van
Blaerthem belend Godefried van Eijck aan het ene eind en
Peter de Borchgrave aan het andere.
VIII-2. (kind van VII-1)
Bartholomea Geerlincksdr. van Rijswijck, geb. 1460/1470, tr. met
Jan Zuermont, overl. voor 28-8-1507, zoon van Willem Zuermont en
NN.
Hieruit bekend:
- Jan Zuermont, geb. ca. 1490/1507,
overl. voor 5-1-1558.
- Jasper Zuermont, geb. ca.
1490/1507
- Elisabeth Zuermont, geb. ca.
1490/1507
- Aelbert Zuermont, geb. ca.
1490/1507, overl. voor 5-1-1558.
- Willem Zuermont, geb. ca.
1490/1507
Bron:
- 's-Hertogenbosch
R1269 fol. 290v,
3-6-1501: Geerlacus de Rijswijck, filius qd. Johannes de
Rijswijck draagt over aan Johannes Zuermont Willemsz.en
Bartholomea zijn vrouw een pacht te Nuland en Geffen tot
nakoming van een overeenkomst gesloten voor het aangaan
van hun huwelijk.
- 's-Hertogenbosch
R1277 fol. 171,
28-8-1507: Jonkvrouw Bartholomea, weduwe van wijlen
Johannes Zuermont heeft opgedragen en overgegeven aan
Robertus Baekterwijck, priester, voor hem en ten behoeven
van Gerlach en Adriaen, zonen van wijlen Emond Gerardsz
van Rijswijck, Wilhelmus Roevers ---------- Getuigen
Kuyst en Brocken
- 's-Hertogenbosch
R1280 fol. 91v,
20-2-1510: Johannes zoon van Nicolaas Leijten, erfgenaam,
verkoopt aan jonkvrouw Bartholomea, dochter wijlen
Geerlacus van Rijswijck, weduwe van wijlen Johannes
Zuermont, zoon van wijlen Willem Zuermont een chijns uit
een huis en erf staande te Oerle. In de marge: Jonker
Reinier Suermont verklaart de chijns in zijn handen
afgelost 11-9-1589.
- 's-Hertogenbosch
R1845 fol. 274,
5-1-1558: Scheiding en deling. Jasper, zoon van Jan
Zuermont bij wijlen Bartholomeuske zijn huisvrouw,
dochter van wijlen Geerlincx van Rijswijck; Willem van
Chenu, man en momboir van Anna van Aelsfoirt, dochter van
Goossen van Aelsfoirt bij Elisabeth zijn huisvrouw,
dochter van Jan en Bartholmeuske voorsz.; Adriaen, Jan,
Bartholomeus en Reijntgen, onmondige kinderen van wijlen
Aelbert Zuermont bij wijlen Esabella zijn huisvrouw,
dochter van Reijner Creijlt en Jacob, zoon van Willem
Zuermont en Mechteld zijn huisvrouw, dochter van Cornelis
van Dongen en de laatsten ook in naam van hun kinderen,
gaan een erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan,
zoon van Jan Zuermont bij Bartholomeuske voorsz. verwekt.
Verdeeld worden pachten en chijnsen te Veghel en Lieshout.
- Taxandria jaargang 21 blz.
36: Het geslacht Zuermont. Hierin wordt met name genoemd
de vrouw van Geerlacus van Rijswijck.
IX-1. (kind van VIII-1)
Elisabeth Gerardsdr. van Rijswijck, geb. 1470/1480, geb. tr.
Walraven Dachverlies, vermeld in 1509, schepen van 's-Hertogenbosch
(1521, 1522), overl. vóór 1530, zoon van Jan Dachverlies en
Goeswina van Varick.
Kinderen:
- Johannes Dachverlies, geb. ca.
1510
- Geerlacus Dachverlies, geb.
ca. 1510
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1272 fol. 397,
1-7-1503: Domicella Elisabeth de Rijswijck geeft aan
Geerlacus die Roever...?. Verder heb ik geen idee waar
het over gaat.
- 's-Hertogenbosch
R1314 fol. 300,
20-2-1530: Alsoe zekere questien ende differenten
opgeresen zijn geweest nae der doot jonkvrouw Goeswina
wedue wilner Jan Dachverlies tusschen Henricken soon
wilner Jans Dachverlies voorsz. ter eenre ende joncfrouwe
Anna van Bemmel, dochter wilner Jans van Bemmel, van
denselve Jannes ende joffrouwe Margriet sijne huijsvrouw,
dochter wilner Jans Dachverlies voirsz. ter anderen zijde
. Ende joncffrouw Lijsbet wedue wilner Walraven soen
wilner Jans Dachverlies, dochter Gerits van Rijswijck
ende denselven Gerits van Rijswijck ende denselve Gerit
met hair ende name ende vanwege van heuren kijnderen bij
haer ende voirgen. Walraven wettelic verweckt ter dorden
zijde, aengaende allen de verstorven gueden bij den
voorsz. Jannen Gachverlies ende joffr. Goeswine sijne
huijsvr. dochter wilner Henrick van Varick achtergelaten,
etc. etc. Zij bevestigen een overeenkomst met elkaar
aangegaan te zijn.
- 's-Hertogenbosch
R1314 fol. 40v,
20-2-1530: Gerardus, zoon wijlen Peter van Eijck, zoon
van wijlen Gerardus van Eijck, erfgenaam, verkoopt en
draagt over een chijns uit een huis te Rixtel ten behoeve
van Johannes en Geerlacus, onmondige zonen van wijlen
Walraven Dachverlies, zoon van wijlen Johannes
Dachverlies door dezelve wijlen Walraven en jonkvrouw
Elisabeth zijn huisvrouw, dochter van Gerardus van
Rijswijck verwekt, beide gelijke erfgenamen.
- 's-Hertogenbosch
R1314 fol. 216,
15-7-1530: Vanwegen Gerarts van Rijswijck ende
joncffrouwe Lijsbeth van Rijswijck henre dochter
grootvaders ende moeder van Jannen ende Geerlijcken
Dachverlijes, wettige kijnderen wijlen Walravens
Dachverlijes, onbejaart, wetende te kennen is geweest bij
suplicacie inhoudende hoe dat bij aflijvigheijt van
wijlen joncffrouwe Goeswijns van Varick wijlen Jans
Dachverlijes moeder van de voornoemde Walraven ende van
Henricken Dachverlijes brueder van de voirsz. Walraven de
kweste aangaande de nalatenschap bedacht.
- 's-Hertogenbosch
R1314 fol. 44,
3-10-1530: Theodorus van Os, zoon van wijlen Johannis van
Os, verkoopt aan Hendrik Dachverlies ten behoeve van
Johannes en Geerlacus, onmondige zonen van wijlen
Walraven Dachverlies, zoon van wijlen Johannes
Dachverlies, door deselve Walraven en jkvr. Elisabeth,
zijn huisvrouw, dochter van Gerardus van Rijswijck
verwekt, een chijns uit een onroerend goed te Rosmalen.