Generatie V van de genealogie van Rijswijk uit het land van Heusden en Altena

Generatie V van de genealogie van Rijswijk

V - 1 (kind van IV-1)
Sweer ook Assuerus van Rijswijck, geb. ca. 1500/1510, ambachtsheer van Rijswijk, overl. ca 1542/1543 tr. Alidt .
Kinderen zover bekend:

Cornelis van Rijswijck, geb. ca. 1520/1530 overl. ca. 1553/1554, vermoedelijk zonder nakomelingen.
Floris(je) van Rijswijck, geb. ca. 1520/1530, volgt VI-1.

Bronnen:

Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 69 fol. 26 en 27, 27-1-1543: Huis en gerecht van Rijswijk gaan over op Zweder van Rijswijck na het overlijden van Gerard zijn vader
Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol. 40, 27-1/28-7-1543: Sweer van Rijswijk na het overlijden van Gerrit diens vader. Vervolgens Cornelis van Rijswijck.
's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 17, 27-1-1543: "Ick Gherijt van Malsen stadthouder van de leenen vanden Huijs ende Heerlijcheijt van de Lande van Altena doen conde dat voor mij Stadthouder van wegen mijns genadigen Heeren den Gravin van Hoorn als Heere van de Lande van Althena gecomen is Saar (sic) van Rijswijck Gherits soon nae doode sijns vaders in presencij der mannen van Leen hiernaegenoempt ende heeft versocht ende ontfangen den Ambachts Heerlijcheijt van Rijswijck mit dat dagelijckx geright tot tien schellingen toe " etc.
Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 69 fol. 27, 28-7-1543: Huis en gerecht van Rijswijk gaan over op Cornelis Sweersz. van Rijswijck na het overlijden van Sweer zijn vader
's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 12 fol. 17v ,28-7-1543: "Anno vijfftienhondert ende drie en veertigh opten achtentwintighsten dagh Julius soo is gecomen Cornelis Sweers soon van Rijswijck ende heeft dese voorschreve Ambachts Heerlijchijt met allen haaren vervallen profijten ende toebehooren ontfangen van mijn Gerit van Malsen in der tijt Stadthouder van den Huijs ende Heerlijcheijt van althena tot een reghten onversterfelijcken Erffleen ende dat in aldermanieren ghelijck sijn voorvaders dat tot desen dagen toe te leen gehouden hebben van den Huijse voorsz. Leenmannen Jan van Goer Janssoon Meester Anthonis Ghovertssoon."
's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 16 fol. 23v, na 1543: In een beschrijving van de leengoederen te Rijswijk wordt de naam genoemd van de vrouw van Sweer van Rijswijck. Ze heet Alijt.
Heusden R321 fol. 10v, 25-2-1587: In een belending te Wijk wordt genoemd het Alidt Zweers van Rijswijcx camp.
Omdat Cornelis binnen een jaar overlijdt en geen nakomelingen heeft, vererft de ambachtsheerlijkheid naar zijn zuster Floris en daarmee naar haar man. Hiermee verdwijnt de ambachtsheerlijkheid van Rijswijk uit de familie van Rijswijck.

V - 2 (kind van IV-1)
Jan Gerritsz. van Rijswijck, geb. ca. 1500/1510, overl. voor 1548, ook genoemd "de Oude", tr. met Anna Schellaert, geb. ca. 1500, dochter van Gillis Schellaert en Elisabeth Jansdr.
Zij tr. (2) met Adriaen Emontsz. van der Hoeven.
Kinderen, volgorde onbekend:

Cornelis van Rijswijck, geb. 1524, volgt VI-2.
Floris (Floorke) van Rijswijck, geb. ca. 1525/1530, volgt VI-3.
Elisabeth van Rijswijck, geb. ca. 1525/1530
Geerke van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535.
Marieke van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535, volgt VI-4.
Anneke van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535.
Jenneke van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535.
Sebastiaan van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535.

Bronnen:

Dijkboeken van Altena inv. 25 (voor 1510) en inv. 27 (1546-1548). In de ban van Rijswijk:

(1510) Ghilmer van Rijswijck XVIII mergen, nuck (=1548) Gijsbrecht van Rijswijck erfg. VIII mergen, Jan van Rijswijck den oudens erfg. vijf mergen, Dyrck Aertssen II½ mergen, Aert Peter Dyrcxsen II½ mergen.

Dijkboeken van Altena inv. 25 (voor 1510) en inv. 27 (1546-1548). In de ban van Rijswijk:

(1510) Glimmer van Rijswijck XIII 1/2 mergen, daer van III 1/2 mergen out lant, nuck (1548) Glimmer van Rijswijck erfg. III 1/2 mergen out lant, Dyrck Aertssen II 1/2 mergen, Peter Dyrcxssen II 1/2 mergen en Jan van Rijswijck erfg. den ouden vijf mergen

Dijkboeken van Altena inv. 25 (voor 1510) en inv. 27 (1546-1548, 1558).

inv. 25 fol. 25v en inv. 27 fol. 43, (1546-1548): Een perceel van 5 morgen dat ca. 1510 eigendom was van Adriaan Jansz. van Rijswijck wordt in 1546 gedeeld door de erfgenamen van Sweer van Rijswijck en door Jan van Rijswijck.

idem een perceel van 4 morgen en 2 hont op fol. 58v van inv. 25 en fol. 97 van inv. 27

's-Hertogenbosch R1283 fol. 457, 1-9-1513: "Wij Albrecht van Berckel en Henrick Kuijst schepenen van 's-Hertogenbosche doen cont een iegelijcken dat huden op dato des briefs voor ons gestaan zijn Dirck die Borchgraeff onze medeschepen ende Peter de Borchgraeff onze mede raetsman seggende hoe dat zij zekere cijnsen, pachten, renten ende gulden jairlix geldende hebben in den Lande van Althena". Zij machtigen Jan van Rijswijck en Dirck Petersz. om hun goederen, pachten en renten te beheren.
Leenboek Altena fol. 67, 12-12-1533: Jan Schellaert met Gillis en Anna zijn broeder en zuster, 8 morgen land in Sleeuwijk bij dode van Gillis Schellaert hun vader, met lijftocht voor hun moeder Elisabeth.
Gorinchem R67 fol. 146, 24-9-1541: Een merkwaardige maar grappige getuigenverklaring betr. een zakje met goud dat na het overlijden van de Jonkvr. van Giessenburg in een koffertje naar de schepenen werd gebracht door Jan van Rijswijck.
Gorinchem R74 fol. 2, 27-1-1550: Procuratie. Cornelis Jansz. van Rijswijck is gemachtigd om voor Adriaen Emontsz. van der Hoeven als man voogd van Anna Gielis Schellaertsdochter een rentebrief te verkopen aan Adriaan de Borchgrave. Voor dit transport geven ook toestemming Floerke van Rijswijck, oudste zuster van Cornelis en zij ook voor Marike van Rijswijck en Sebastiaan van Rijswijck, zuster en broeder. Hierdoor lijkt het duidelijk dat Anna Schellaert hun moeder is.
Gorinchem R691 nr. 328, 28-7-1552: Een stukje (2 blz.) uit de erfdeling van enorme nalatenschap van Aert Spierinck van Aalburg. In vergelijking met het transport van 1547 (zie hieronder bij Adriana van Rijswijck V-17) zien we dat waar in 1547 nog sprake was van de "ambachtsheer van Rijswijck" nu de naam van Jan van Rijswijck staat. Omdat in 1542/1543 zowel Gerrit als Sweer en diens zoon Cornelis overleden waren, vermoed ik dat in 1547 de erfdeling nog niet rond was. Dat het land vervolgens in 1552 eigendom is van Jan van Rijswijck is een verdere aanwijzing dat Gerrit van Rijswijck ook een zoon Jan gehad moet hebben.
Waterschap Oudland van Altena, Dijkboek inv. 27 fol. 111, 23-6-1558: "Alzoe Gherit van Malsen zijn drossaert ampt verlaten heeft ende hem van hier vertogen heeft, ende Lionis van Weijburch ende Jan van Rijswijck ende Jan van Clootwijck deeser werelt overleden zijn. Zoe is dit dijck boeck stille blijven berusten zonder vermaeckt the worden, tot op huyden den XXIIIen junij 1558.
Archief Woudrichem, 25-10-1559: Acte van huwelijkse voorwaarden voor het huwelijk van Aernt van Raveschot en Anna Jansdr. Schellaert. Getuige is Sebastiaan van Rijswijck.
LRK Holland 125c, Asperen fol. 3v, 25-10-1561: 5 morgen land in Rijswijk. Cornelis van Rijswijck bij dode van Jan Schellaert zijn oom (LRK 129c Sticht fol. 20). Hieruit volgt dat de moeder van Cornelis van Rijswijck een zuster moet zijn van Jan Schellaert.

Gorinchem R82 fol. 162, 22-3-1561: Jan Gheritsz. van Rijswijck doet aanspraak op Jan Daemen Vleijshouwers voor fl. 45,-
Als bovenstaande constructie juist is dan is deze Jan Gerritsz. van Rijswijck een andere als V-2, daar deze voor 1548 overleden is.
Woudrichem R578 fol. 87v, 23-9-1579: Transport. Compareerde Floerke van Rijswijck weduwe wijlen Willem Dircksz. ende Lijsbet van Rijswijck voor haer selven ende mede vervangende ende haerluijden sterck maeckende voor Geerke, Maricke, Annaken ende Jenneke van Rijswijck haerluijder susteren altesamen kijnderen ende erffgenaemen van Jan van Rijswijck ende juffr. Anna van Rijswijck. Zij verkopen 2 morgen land in Doorn (bij Almkerk) aan Aelbrecht van Loosen.
Woudrichem R578 fol. 89, 17-7-1573 en 6-10-1579: Attestatie. Frans van Sichem verklaart onder ede dat hij aan Willem van Emmickhoven als man van Floerke van Rijswijck Jansdochter een rentebrief heeft overhandigd die gevest was op een huis in de Kerkstraat van Aert Vernoert. Vanwege een brand was deze akte nooit opgeschreven, wat op de laatste datum alsnog wordt gedaan. In dit stuk wordt ook genoemd Jacob van Rijswijck; hij is gehuwd met een nicht van de moeder van Floorke, wat zijn aanwezigheid hier verklaart.
Heusden R594, 27-4-1584: Procuratie. Geertken Jansdr. van Rijswijck machtigt met medeweten van haar momber Godert Jansz. van Bochoven haar zuster Floriske Jansdr. van Rijswijck om hun gezamenlijke belangen in een aantal zaken voor het Hof van Holland te behartigen.

V - 3 (kind van IV-1)
Ott van Rijswijck, geb. ca. 1500/1510, overl. voor 1548, magister, tr. NN.
Hieruit bekend:

Floris van Rijswijck, geb. 1520/1530, volgt VI-5.

Bronnen:

Gorinchem R67 fol. 182, 12-12-1541: Meester Ott van Rijswijck wordt er door Cornelis Claesz. en Dirck Willemsz. Sthaeij van beschuldigd ondeugdelijke gerst verkocht te hebben aan Dirck Tuelingh.
Gorinchem R67 fol. 182v, 13-12-1541: Aanvankelijk moet Mr. Ott van Rijswijck beloven de gerst terug te nemen, maar vervolgens komt hij met twee getuigen op de proppen die de gerst gedorst en ingeladen hebben en die beweren dat er met de gerst niets mis is.
Waterschap Oudland van Altena, Dijkboek inv. 27 fol. 79v, 1546/1548: Het land dat Gherit van Rijswijck na zijn dood achterliet, is verdeeld en we zien hier de erfgenamen van Mr. Ott van Rijswijck die blijkbaar 5 morgen ervan geërfd heeft.
V - 5 (kind van IV-3)
Jan Janszn. van Rijswijck, geb. ca. 1534, collator van de kerkelijke goederen van de kerk te Veen 1578-1601 en Wijk 1581-1601, hoogdijk heemraad van het land van Heusden, borgemeester van Veen 1574, 1580 en 1595, overl. ca. 1607/1608 Had een buitenechelijke relatie met Engelken Jans (zie Ons Voorgeslacht 2021 pag. 408). Engelken is later getrouwd met Jan Gerritsz Schouten.
Jan van Rijswijck is later getrouwd met een nog onbekende vrouw.
Uit de relatie met Engelken Jans een zoon:

Govert van Rijswijck, geb. ca. 1555/1560, volgt VI-6.

Uit zijn huwelijk: volgorde onbekend:

Johan van Rijswijck, geb. ca. 1560/1580, volgt VI-7.
Petronella van Rijswijck, geb. ca. 1560/1580, volgt VI-8.
Otto van Rijswijck, geb. ca. 1582, volgt VI-9.

Bronnen:

LK Zoelen: Diverse bezittingen en rechten

Leenkamer Zoelen inv. 2 fol. 83v: 14-8-1584, Jan van Rijswijck heeft deze partis van de leengoederen etc.

Heusden R310 fol. 14 , 7-4-1575: Vermeld Jan van Rijswijck.
Heusden R310 fol.15 , 25-4-1575: Jan Jansz. van Rijswijck verteech op recht op erfgronden in het land van Altena, t.b.v. Govert Janszn. van Rijswijck, zijn zoon.
Kapittel van Heusden, inv. 4 nr. 420, 28-7-1569: Jan van Rijswijck beleent deken en kapittel van Heusden met 5 morgen tienden onder Veen in de Uutbeemden en 8 morgen tienden aldaar in Kyvitsvenne, waarvoor Rutger Adriaan Belaertsz de eed doet. Voor het zegel van Jan van Rijswijck aan dit document zie hier.
Heusden R220a, 16-1-1580: De burgemeesters van Veen onder wie Jan van Rijswijck bekennen van Jan Huijbertsz. 28 gulden geleend te hebben.
Heusden R219a, 31-5-1595: Jan van Rijswijck zet als burgemeester van Veen zijn handtekening onder een briefje van schout Wouter Hannaertsz. Dit is tot op heden de oudste zelf geplaatste handtekening door mij gevonden van een van Rijswijck.
Heusden R748, 3-1-1596: Onder het verslag van een vergadering gehouden ten huize van Willem Jansz. Verhouck, waard in "den Huick", zetten de aanwezigen hun handtekening. Onder de handtekeningen die van Jan van Rijswijck.
Heusden R201, anno 1596/1597: Jan Jansz. van Rijswijck, vermeld samen met zijn broer Adriaen van Rijswijck, als erfgenamen van Jan van Rijswijck Ottensz. haer luijders vader.
Heusden R245, 25-6-1601: Diverse processtukken 1597/1601 betreffende rechtzaken tussen Jan Jansz. van Rijswijck als collecteur van de papelijke ende kerkelijke goederen te Wijk ( ook te Veen). Aanlegger ter eenre contra Joncker Jacob Spierinck van Well te Wijk, ter andere zijde.
Heusden R215, 1-1-1594, processtukken: Interrogatorium daer op men versoucke van Adriaen en Jan van Rijswijck bij eede zal examineren den persoen in marigine genoteert (is Dirck Hamel de jonge, oud omtrent XLIII jaren) betreffende de toe gecomen hebbende Adriaen Janssoon, tot Wijk (en na diens dood) Jan Adriaen Janszn. (zijn zoon) en Sebastiaen Aertssoon (De Leest), zijn schoonzoon.
Heusden R217, akte van aandrang, 2-7-1601: Jan Janssen van Rijswijck, collecteur van de kerk van Veen, oud omtrent 66 jaar.

Heusden Notarieel archief 3994 akte 4 29-1-1620: Comp. Foeck Janssen, wonend tot Tilburg, geass. wesende met Michiel Janssen wonend tot Aalburg, zijn broer ten eenre zijde, ende Otto van Rijswijck, won. tot Veen en Gijsbert Henricxsen als getr. hebbende Pieterken van Rijswijck, wonend tot Veen, mitsgaders Anthony Ywensen (van den Heuvel) notaris te Heusden, als procuratie hebbende van Johan van Rijswijck, des voors. Otto en Peeterken broeder, tegenwoordich vuijtlandich zijnde, alle kijnderen ende erfgenamen van Jan van Rijswijck den ouden in zijn leven gewoond hebbende tot Veen, voors. ter andere zij de. Ende bekende mitsdesen metten anderen geaccoordeert ende overcomen te wesen nopende alsulcke goederen soo roerende als onroerende als Engeltje Jansdr. des voors. Foock Jansen moederse tot haeren overlijden toe met voors. Jan van Rijswijck den ouden heeft beseten.

V - 6 (kind van IV-3)
Adriaen Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1536 te Veen, wonend in Wijk, hoogdijk heemraad van het land van Heusden, overl. voor 4-4-1601, tr. ca. 1570 met Cornelia van Overstege, geb. ca. 1540, dochter van Gerrit Adriaensz. van Overstege, ook Oversteegh, schout van Uitwijk en Cornelia Jan Reijersdr. Kinderen zover bekend:

Jan van Rijswijck, geb. ca. 1570/1580, volgt VI-10.
Gerard van Rijswijck, geb. ca. 1570/1580, volgt VI-11.
Cornelia van Rijswijck, geb. ca. 1570/1580. Zij bleef vemoedelijk ongehuwd. Zie Heusden R349 fol. 6v en R357 fol. 24v

Bronnen:

Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol. 36v, 17-10-1559: Het gezaat te Rijswijk komt aan Adriaen van Rijswijk na overlijden van zijn vader Jan.

Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 70 fol. 15v, 17-10-1559: Jan Schellaert als drost van de stadhouder van de heren van het huis van de heerlijkheid van Altena etc., Heer Philips van Montmorency, graaf tot Hoorne, heer van Perwijs etc., ridder in de orde van het Gulden Vlies etc., beleent Adriaen van Rijswijck met een gezaat in Rijswijk, strekkend van de steeg tot de stroom, enerzijds de paap met zijn huis, anderzijds de Havikse steeg, gelijk Jan van Rijswijck zijn vader en andere zijn voorzaten bezeten hebben etc..
Adriaen verkoopt deze bezittingen op 19 september 1595 aan Gerard Sprunck.
Nationaal Archief Nassause Domeinraad, Leenboek van der Lek en Polanen inv. 7321 fol. 54v-56v, 13-6-1560 en 23-9-1569: Akte van scheiding en deling. Adriaen van Rijswijck, na scheiding van de nalatenschap van zijn vader Jan van Rijswijck.
Gorinchem R89 , 14-5-1571: Adriaan Jansz. van Rijswijck heeft van Lenardt Meertensz., schipper en poorter van Gorinchem, een roeijschuit gekocht voor 10 carolus guldens en achttien stuivers.
Heusden R218, 20-8-1587, onderdeel van processtukken: Zijn voor ons schepenen binnen Heusden verschenen en gecompareerd Jan Berntsen van Wijk, oud 51 jaar, Adriaen Jansen van Rijswijck, oud omtrent 49 jaar en Antonis Berntsen, 38 jaar, alle eertijds kerk- en heiligengeest meesters geweest te Wijk etc.
Heusden R323 fol. 1v, 14-2-1589: Dat Adriaen van Rijswijck als man en momboir van Cornelia Gerritsd. van Overstege ............ Johan van Cuijck, heer van Herpt wordt vrijgesteld van een belasting die het st. Anthonisaltaar in de kerk van Wijck heft op een uiterwaard in de ban van Veen.
Heusden R323 fol. 2, 17-2-1589: Adriaen van Rijswijck als man en momboir van Cornelia Gerritsdr. van Overstege... Hij verkoopt een stuk land gelegen in de Rijswaerd onder Veen ten behoeve van Johan van Cuijck.
Heusden R200, 14-10-1596: Extract uit het register der Stede van Heusden. Proces van Jan en Adriaen van Rijswijck, aanleggers ter eenre, contra Jan Adriaensz. en de kinderen van Lijsken Adriaensd. weduwe van Bastiaen Aertsz. de Leest wonend tot Wijk, verweerders ter andere zijde. Jan en Lijsken waren kinderen van wijlen Adriaen Jan Claesz.
Ik heb dit geheel, inclusief de transcripties, gegoten in een .doc (MS Word) bestand van 86 pagina's, groot 8MB. Een breedbandverbinding is voor dit bestand wel zo handig.
Heusden R349 fol. 6v, 6-10-1582 en 12-2-1615: Transport. Jan Bernstz. van Wijck verkoopt 4 morgen land in het Veenrebroek genoemd het Pompveld aan Adriaan Jansz. van Rijswijck. Met een deurstek aan deze akte:
Dat Corn. Gerritsd. van Vuijtwijck, weduwe van zal. Adriaen van Rijswijck met haeren gecooren voocht in desen, als Jan van Rijswijck, haeren soon, die haer met Recht gegeven waert, ende denselven Jan van Rijswijck, mede voor hem selven Mitsgaders Geraerd van Rijswijck, ende Cornelia van Rijswijck, geass. met Anthonij IJeuwen (van den Heuvel) notaris te Heusden, meede als haeren gecooren voocht in desen, etc. allen kinderen en erfgenamen van wijlen den voors. Adriaen van Rijswijck, vertechen opte vier mergen lants gelegen inde banne van Veen etc.
NB. Omdat Cornelia van Rijswijck geassisteerd werd door een notaris kunnen we vaststellen dat zij op dat moment ongehuwd was.
Heusden R47, 7-2-1605: "Cornelia wed. van wijlen Adriaen van Rijswijck als erfgenaam van Cornelia Jan Reijerss. haer moeder, aanlegster". Zij vordert van Hendrick Jansz. Ossenweijer de betaling van 14 jaar (over 1592 - 1604) verschenen rente van 30 stuivers per jaar als huur van een uiterwaart te Veen genaamd de Rijswaert die ze samen met de erfgenamen van Godtschalck Bueckelaer, Claes Vierling en Mr. Jans ongedeeld bezit.

V - 7 (kind van IV-3)
Johanna (ook Hesick) Jansdr. van Rijswijck, geb. ca. 1525/1535, tr. met Aert Jan Adriaensz, overl. voor 1557.
Kinderen:

Marike van Rijswijck, geb. 1550/1557, volgt VI-12.
Adriana van Rijswijck, geb. 1550/1557, volgt VI-13.

N.B. De twee dochters van Aert Jan Adriaensz. namen dus de achternaam van hun moeder aan.

Bronnen:

Heusden R224 fol. 21 , 2-4-1576: Adriaan van Rijswijck tot Wijck, voogd van de weeskinderen van zijn zuster, wordt aansprakelijk gesteld voor een schuld van fl. 6,- die zaliger Aert Jan Adriaensz., in zijn leven wonend tot Veen, gemaakt had bij de levering van haver door Cornelis Dircksz. van Andel.
Heusden R224, 26-5-1576: Adriaan van Rijswijck als voogd en momber van de kinderen van zijn zuster laat beslag leggen op de goederen van de voogden en mombers van het weeskind van Roelof Dircksz in verband met een schuld van fl. 20,-.

Heusden R332 fol. 43v, 29-12-1540: Dat Melis Ywenssz voor hemselve ende mede als vogd van de onmondige kinderen van Goessen Ywenssz sijne broeder saliger, Daniel Aertsz als man ende momber van Janna Ywens sijn wettige huijsvrouw, Dirck Lamberts als vader van de onmondige kinderen ende Melis voorsz. mede als voogd can de onmondige kinderen van Anna Ywensdr, vertegen op 4 mergen land gelegen in de banne van Eethen onbedeelt geheeten den Biescamp ende mede geheten den Boelevoert, die oude Wautse stege west, Cornelis Willems oost, strekkende van Adriaen Claessz erve af totte Smaelendijck. Tot behoeff van Elijsabeth weduwe Ywen van den Hovel.
Deze akte is doorstoken met de volgende akte van 13-11-1598:
Dat Hubert Lambertsz. van de Plas als last hebbende van Mariken van Rijswijck weduwe van saliger Gijsbert van Sevender ende Adriana van Rijswijck gesusteren blijkende bij procuratie hierna: Wij Cornelis de Romer ende Mr Herman Dircx schepen van Woudrichem, dat voor ons gecompareert sijn Mariken van Rijswijck weduwe Ghijsbert van Sevender ende Ariana van Rijswijck gesusteren geassisteerd met Wille Gerits van Alckmaer haren beijden gecoren voogd in desen ende hebbende machtig gemaakt Hubert Lamberts van der Plas procureur te Heusden. Om vuijtnaem ende van wegen haere comparanten voor den gerechte van Eethen over te dragen tot behoeff van Mariken weduwe saliger Blasius Brouwe sekere 4 mergen land gelegen in den banne van Eethen geheijten den Biescamp of Boelenoort, daarvan elcx een helft te compenteren, daer west naest leijt die Oude Wautsestege, oost Cornelis Willems strekende van Adriaen Claesz erve aff totten Smaelendijck toe, datum 23-10-1598 te Woudrichem. Ene heeft vuijt krachte deselve procuratie vertegen op de 4 mergen geheijten den Bieskamp ofte Boelevoort gelegen in de banne van Eethen.
De 4 morgen land genaamd de Biescamp zijn in 1540 door Elisabeth weduwe van Ywen van den Heuvel gekocht, en in 1598 verkopen twee van haar kleinkinderen Mariken en Adriana van Rijswijck de Biescamp weer.
Heusden R47 , 30-12-1606: "Dirck van Sevender tot Andel in den lande van Althena als oom ende voocht van de weeskinderen Gijsbert van Sevender geprocreert bij Maritgen dgr. Aert Jan Adriaensz. die getrout hadde Hesick van Rijswijck dgr. van Jan van Rijswijck den ouden als mede erfgen. van de selven. Mitsgaders Adriaentje Aertsdgr. suster van de selve Maritgen ende mede erfgen. van de selven Jan van Rijswijck haere grootvader".
Otto Jansz. van Rijswijck, Peterke Jansdr. van Rijswijck en Cornelia van Overstege, wed. van Adriaan Jansz. van Rijswijck eisen dat Marike Aertsdr. en Adriana Aertsdr., hun nichten, een derde deel meebetalen in een zekere rente.

V - 4 (kind van IV-3)
Yewen (ook Jacob) Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1537, hoogdijk heemraad van het land van Heusden, waarsman van de pompmolen te Oisterwijk 1570, overl. tussen 22-4-1574 en 8-3-1575.
Hij had een buitenechtelijke zoon:

Otto van Rijswijck, geb. 1560/1565, overl. voor 18-11-1592

Bronnen:

's-Hertogenbosch R1369 fol. 262, 3-4-1560: Comp. Yewaen zoon van wijlen Jan van Rijswijck en stelt tot procureur aan Hendrik Boekertop om voor hem alles te regelen wat nodig is in die pacht die hij geldende heeft op Lichtmis van iemand genaamd Laureijnsen Denen woonachtig tot Drunen.
Raad- en rentmeester-generaal der domeinen, Cijnsregister Helvoirt inv. 246 fol.3 , 1550-1590: "De vijff kijnderen Jan Aertssz. van der Sluijs voer deen hellicht ende Otto natuerl. soen Yewaens van Rijswijck voer dander hellicht.
's-Hertogenbosch R1386 fol.283: 5-4-1564. Transport. Yewaen Jansz. van Rijswijck draagt een cijns van jaarlijks een mud rogge over aan zijn broer Adriaan.
Heusden R310 (oud 409) fol. 16 , 8-3-1575: In de belendingen van land gelegen tot Veen, in het Kievitsveen, Yewen van Rijswijck zijn erfgenamen. (hij was dus overleden).
Heusden R230 fol 46, 10-10-1586: Vonnis van Huijbert Lambertsz als procuratie hebbende van de weduwe Thijs Claesz won tot Gorinchem, ter eenre. En Adriaen van Rijswijck ende Jan van Rijswijck als erfgenamen van Ieuwen van Rijswijck haerluijder broeder, ende deselve als waertsman geweest hebbende van de pompmoelen anno 1570. Ter andere zijde. De gedaagden zullen aan de eiser 51 gulden betalen.
's-Hertogenbosch R1422 fol. 101 en 101v, 18-11-1592: Adriaen van Rijswijck, zoon van wijlen Jan Ottens van Rijswijck, wordt genoemd in een acte waarin verder voorkomen Otto van Rijswijck, natuurlijke zoon van Yewaen van Rijswijck en Jan en Adriaen van Rijswijck, mombers van Otto. Adriaan Jan Ottensz. van Rijswijck draagt zijn helft van een cijns die heeft toebehoord aan Otto, natuurlijke zoon van Yewaen van Rijswijck over aan Gerardus van Tulde. Vier jaar later is er een identieke akte, maar dan van Jan van Rijswijck die dan zijn helft aan Gerardus van Tulde overdraagt. Zie hiervoor de bronnen bij Yewens zoon Adriaan. Er volgt een lange opsomming van landerijen in de genoemde dorpen.

's-Hertogenbosch R1435 fol. 423 e.v., 28-6-1597: Een actie die gaat over de helft van bovengenoemde bezittingen die in handen waren in handen van Cornelis, zoon van wijlen Jan Aertsz. van de Sluis. Hierin worden genoemd Otto Yewaensz. van Rijswijck, Adriaan van Rijswijck en Jan van Rijswijck.
V - 8 (kind van IV-4)
Joost Joostz. van Rijswijck, advocaat bij het Hof van Holland, geb. 1520/1530, overl. 22-9-1562, tr. met Eva van Teijlingen, geb. Alkmaar 7-1-1538, begr. aldaar 23-5-1572, dochter van Dirck Augustijnsz. van Teijlingen en Machteld Cornelisdr. Suijs.
Kind:

Joost van Rijswijck, overl. Orléans (F) dec. 1586. Hij studeerde in Orléans en overleed kort na zijn promotie. Hij had geen nakomelingen.

Bronnen

Gorinchem R81 fol. 93, 12-8-1559: "Oircond dat voor ons quam Mr. Joost van Rijswijck, licentaet inde rechten, advocaat shofs van Hollandt, als volcomen gemachticht procuratie hebbend van Joncffrou Agatha Stalpaerts van der Wiele blijckens bij sekere acte van procuratie gepasseert voor notaris ende getuijgen te date de XXIe julij LIX". Genoemde Agatha Stalpaerts schenkt drie Beierse guldens aan de "arme schamele" weeskinderen van Gorinchem.
Ons Voorgeslacht, 1984 blz. 202: Repertorium op de lenen van de Hofstede Arkel, 3 morgen land in Rietveld.

9-2-1541: Joost van Rijswijk Joostenz. bij overdracht door Adriaan Adriaansz. voor Elisabeth, diens vrouw, LRK 126 c.Arkel fol. 23v-24.
31-8-1558: Joost van Rijswijk, advokaat bij het Hof van Holland, bij dode van Joost, zijn vader, LRK 128 c.Arkel fol. 35v.
5-3-1563: Jacob van Rijswijk voor Joost van Rijswijk, zijn neef, bij dode van Joost, diens vader, LRK 130 c.Arkel fol. 5v.
22-12-1590: Brien de Feiter bij dode van Joost van Rijswijk, zijn neef, LRK 137 fol. 347v-348.

Gorinchem R88 fol. 118, 10-9-1567: "Oirconden dat voir ons quam Jacob van Rijswijck Joostez als oom ende bestorven wettich voigt van Mr. Joost van Rijswijck Joostez zijn broeders naegelaten weeskindt namens Joost van Rijswijck ende droeg op indijen qualitijt als regt is Adriaen van Veen Adriaensz. dijen brieff dat jairgelt van twaelff karolusguld." etc. De voogden verkopen een rentebrief aan Adriaan van Veen.
Nationaal Archief, Hof van Holland (met dank aan C.C.J. Lans), inv. 552 akte 54, 12-9-1579: Op de differenten geresen voor dit hof tusen heer Phillips van Egmont, requirant en impt. van besloten missive contra joufvrou Machtelt Suijs weduwe van Dirck van Teylingen, Maerten Meysz. als vader en voogd van zijn onmondigen kinderen verwekt bij wijle joufvrouw Eva van Teylingen, Cornelis van Nes, Christoffel Boot ende Gerrit Boot als mannen en voogden van hun vrouwen mitsgaders Jan de Feyter Brienensz. den ouden als voogd van Joost Joost van Rijswijck onmondig kind verwekt door wijlen mr. Joost van Rijswijck ende voorscr. joufvrou Eva van Teylingen alle tesamen erfgen. van de voorscr. Dirck van Teylingen beschreven en gerequireerde.
Woudrichem R578 fol. 108, 28-12-1579: Jan en Cornelis de Romer stellen een procureur aan om hun belangen te vertegenwoordigen in hun proces tegen Jan de Feyter Brienensz. als voogd over de nagelaten weeskinderen van za. wijlen mr. Joost van Rijswijck.
Gorinchem R98 fol. 44v, 30-5-1586: In deze transportacte is sprake van een rente die de jonge Joost van Rijswijck Joostz. bezit op een zeker perceel land. Hij was op deze datum dus nog in leven.
Gorinchem R99 fol. 107v, 14-11-1587: "Idem (= Anth. van Remmerswaal) als gemachtigde van Brienen ende Davidt de Feijter, gebroederen, als mede erfgenamen in de achtergelaeten goederen van de Jonge Joost van Rijswijck......" etc.
Woudrichem R158 fol. 11, 6-12-1591: In deze belastingaanslag is sprake van een obligatie van date 2-9-1573 voor het weeskind van Joost van Rijswijck of toonder.

Nationaal Archief, Nassause Domeinraad inv. 7322 (oud 6465) fol. 210: 2-11-1602: Bij de verervingen van 7 morgen land in in Uitwijk zien we dat het aanvankelijk eigendom is van Joost van Rijswijck. Vervolgens gaan het naar Brien de Feijter bij dode van Joost van Rijswijck zijn neef.
Uit Gorinchem R98 fol. 44v. en Gorinchem R99 fol. 107v. blijkt dat Joost geen nakomelingen had en overleden is tussen mei 1586 en november 1587.

De gegevens over Eva van Teijlingen komen van de website van Rob Gomes uit Alkmaar. Het geslacht van Teijlingen is terug te vinden in jaargang 1912 van het tijdschrift "Genealogische en Heraldieke Bibliotheek".

V - 9 (kind van IV-4)
Elisabeth Joostdr. van Rijswijck, geb. 1526 (zij was in 1558 32 jaar oud), tr. Jan de Feyter Briensz. den Ouden, geb. 1519 (hij was in 1558 39 jaar), schout van Gorinchem vanaf 1556
Hieruit bekend:

Brien de Feyter, geb. ca. 1550/1560
David de Feyter, geb. ca. 1550/1560
Jan de Feyter, geb. ca. 1550/1560
Anneke de Feyter, geb. ca. 1550/1560
Josina de Feyter, geb. ca. 1550/1560

Bronnen:

Gorinchem R80 fol. 94v, 30-7-1558: Jan de Feyter moet getuigen inzake een erfkwestie betr. een natuurlijke dochter van Claes van Meerkerk, oud-burgemeester van Gorinchem. Hij is op dat moment 39 jaar en dus geboren ca. 1519.
Gorinchem R80 fol. 104, 8-8-1558: Een week later moet ook Elisabeth in bovengenoemde kwestie getuigen. Zij is 32 jaar en dus geb. ca. 1526.
Gorinchem R88 fol. 147, 16-11-1567: "Oirconden dat voor ons quam Jacob van Rijswijck Joostez.ende Jan de Feyter Brienensz. de Oude als wettich man ende voogt van Elisabeth van Rijswijck Joostdr. zijn huijsvrouwe elck voor hem zelven ende noch de voorsz. Jacob van Rijswijck als oom ende bestorven wettich voigt van het nagelaten weeskindt van wijlen Mr. Joost van Rijswijck ende droegen op gesamenderhandt als regt is die weesmeesters vande arme miserabele weeskinderen int weeshuis binnen Gorinchem ontfangen inde naeme ende ten behoeff vande zelven weeskinderen dijn brieff dat jairgelt van negen schilden tsjaers zulcx" .......
Culemborg R238 fol. 155,14-12-1577: Quam Jan de Feijter Brienensz. de Jongen (n.b. dit moet zijn "de Ouden") soe voer hemselven als mede borcht ende momboir vande nagelaten weeskijnderen van mr. Joost ende Jacob van Rijswijck gebroeders, machtigt inder voirsz. qualite Aert van de Kolck, Gerrijt Cool ende Jan Huijgen qualite ad lites in commune forme cum potestate substituendi, gelovende ende gedaan actum de XIIIIe december 77.

Uitwijk R5 fol. 12v, z.d.-1579: Zo heeft Jan de Feyter Brienensz den Oude als voogd van de wezen van wijlen Jacob van Rijswijck arrest gedaan op zeker gemeyt raapzaad liggend op land gekomen van de oude Jan Gerritsz Boot, laatst gebruikt door Arent Reyniersz, uit oorzaak van een jaarlijkse rente van 12 car. gld. van vele verlopen paschen daar men te dage dienende breder bewijs van zal geven. Akte voor schout Wouter Schrieck en heemraden Ocker Woutersz en Jasper Gijsbertsz. (Deze akte is niet gedateerd maar ingeschreven tussen 25 mei en 21 juni 1579.)

V - 10 (kind van IV-4)
Margriet Joostdr. van Rijswijck, geb. 1520/1530, overl. voor 26-6-1564, tr. met Marcelis van Aelst, geb. ca. 1520, zoon van Willem Coenraedtsz. van Aelst en Metgen Mertensdr.
Hieruit bekend:

Willem van Aelst, geb. ca. 1550, jonge overleden.
Oth van Aelst, geb. ca. 1550, overl. voor 4-4-1569

Bron:

Gorinchem R82 fol. 211, 30-11-1561: Jacob Snoeck Jansz. draagt aan het Gasthuis van Gorinchem een jaarlijkse rente op van 80 karolusguldens en 15 stuivers te voldoen op St. Maartensdag in de winter. Marcelis van Aelst Willemsz. wordt genoemd als één van de drie gasthuismeesters.
Gorinchem R85 fol. 131v, 26-6-1564: Marcelis van Aelst Willemsz. wedr. van Margriet van Rijswijk ter eenre en Jacob van Rijswijk als oom, Jan Snoeck Jacobsz. als oud-oom met Jan de Feijter Brienenszn. de oude geh. met Elizabeth van Rijswijk als behuwdoom en als voogden van Willem van Aelst en Oth van Aelst, zijnde nagelaten kinderen van Marcelis van Aelst Willemsz. en Margriet van Rijswijck; Marcelis had een voorzoon gen. Aerdt Marcelisz. van Aelst geproc. bij Belijke Dircksdr. (Zie ook: Ned. Leeuw 1944, kolom 136).

Nassause Domeinraad inv. 7321 fol. 23v, 4-4-1569: Jacob van Rijswijck wordt beleend met 5½ morgen land te Uitwijk na het overlijden van Otto van Aalst, zoon van Margaretha van Rijswijck zijn zuster.

V - 11 (kind van IV-4)
Jacob Joostz. van Rijswijck, ambachtsheer van de Hill, geb. 1520/1530, overl. ca. 1575, tr. 1560/1561 met Maria Schellaert, overl. ca. 1593, dochter van Jan Schellaert en Anthonia van Houwelingen.
Zij tr. (2) ca. 1576 met jonker Cornelis van Wijffliet.
Kinderen:

Anthonia van Rijswijck, geb. ca. 1555/1560, volgt VI-14.
Joost van Rijswijck, geb. ca. 1565/1570, volgt VI-15.
Jacob van Rijswijck, geb. ca. 1565/1570.
Abraham van Rijswijck, geb. ca. 1571/1580, volgt VI-16.

Bronnen:

's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 13 fol. 89 e.v.,13-9-1553: Maria Schellaert, tweede dochter van Jan Schellaert, wordt beleend met een hophof gelegen aan de Molenpoort te Woudrichem.
Op 26-7-1561 wordt Jacob van Rijswijck met de hophof beleend als man en voogd van Maria Schellaert.
Gorinchem R82 fol. 48, 17-3-1561: Transport. Jacob van Rijswijck Joostz. verkoopt het vierde deel in een groot huis met twee oliemolens, bergingen en schuren te Gorinchem aan de noordzijde van Visbrug aan zijn neef Jacob Snoeck Jansz.
's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 17 fol. 62, 26-5-1570: De ambachtsheerlijkheid op de Hill met drie morgen land gelegen op de Hill in het Kleijn Sluijsweer verlijdt Maria Schellaert bij dode ende maekinge van mr. Gillis Schellaert haar broeder.
Gorinchem R88 fol. 44, 28-3-1567: Jacob van Rijswijck als oom ende bestorven wettiche voogt van het nagelaten weeskindt van wijlen Joost van Rijswijck zijn broeder was za(liger) ge(dachtenis) ontfangt inde name ende ten behoeff van tselve weeskindt dijen brieff van jaerlicx van XV kgl. van Lazarus van der Rijt.
Woudrichem R578 fol. 109v, 31-12-1579: Comp. Cornelis van Wijffliet als man van joffr. Maria Schellaert, wed. van Jacop van Rijswijck in zijn leven ambachtsheer van de Hill ter eenre en de erentvest ende vrome Henrick van Nispen Ariaensz. als man en voogd van joffr. Anthonia Jacopsdr. van Rijswijck mitsgaders de erentvest ende vrome Jan de Feijter Brienensz. den Oude als behuwd oom van Anthonia mitsgaders die andere drie onmondige kinderen Joost, Jacop en Abraham van Rijswijk. Er is op 1-8-1579 een erfscheiding en -deling gemaaakt die nu door de stadhouder van Altena bekrachtigd wordt naar costume van de stad Woudrichem.

Gorinchem R545, fol. 338, 30-11-1595: Joost van Rijswijck als broer en Brien de Feijter als naaste bloedvoogd van vaderszijde van Abraham van Rijswijck, met procuratie verleden voor schepenen van Woudrichem, tr. aan Hendrick van Nispen, baljuw van Woudrichem, de helft van 10 morgen gen. ‘de Vogelcampen’ gelegen op Lang-Scheijwijck, waarvan de andere helft reeds toebehoort aan voorn. Henrick van Nispen.

V - 12 (kind van IV-5)
Jan Gijsbertsz. van Rijswijck, geb. ca. 1520, overl. voor 1558, tr. met Anna van Rijswijck.
Hieruit bekend:

Dirkje (Theodora) van Rijswijck, geb. ca. 1550/1555, volgt VI-17.
Maria van Rijswijck, geb. ca. 1550/1555, volgt VI-18.
Geertruid van Rijswijck, geb. ca. 1550/1555

Bronnen:

Waterschap Oudland van Altena, Dijkboek inv. 27 fol. 112, voor 1558: Anna Jan van Rijswijck met huer kynderen IIII mergen lants in Uppel.
Gorinchem R82 fol. 360, 3-1-1562: Grietje Boon vraagt aan Anna van Rijswijck de borgtocht terug die zij heeft gegeven voor Sibilla die in een huis van Anna van Rijswijck woont aan de Kraaisteeg.
Gorinchem R83 fol. 53, april 1562: Anna van Rijswijck laat beslag leggen op alle penningen en huisraad van Sibilla Jacobsdr. i.v.m. een huurschuld voor een huisje in de Kraaisteeg.
Gorinchem R366 fol. 283, 17-12-1598: De erfgenamen van Heilwig van Croonenburg hebben Frans Cael van Rees aangeklaagd, omdat hij volgens hen goederen achterhoudt die hoorden bij de ingebrachte boedel van wijlen Geertruida van Santwijck. De genoemde erfgenamen zijn: Maria van Rijswijck, vertegenwoordigd door haar kinderen Jacques en Assuerus Boon, Willem van Rijswijck, Assuerus van Santwijck en Joris Pieterse te Zierikzee als man van Maria van Rijswijck, Dirkje van Rijswijck en Geertruida van Rijswijck.
Het bezwaar wordt geaccepteerd en Frans Caell moet opnieuw een inventaris overleggen.

Gorinchem R375 fol. 55, 24-7-1599: De sententie van schepenen van Gorinchem is positief voor de klagende erfgenamen. Francois Caell gaat echter in beroep bij het Hof van Holland.
Deze documenten moet ik nog opzoeken.

V - 13 (kind van IV-5)
Glimmer van Rijswijck, geb. 1520/1525, overl. ca.1588, in 1559 schepen te Woudrichem, in 1576 schepen te Culemborg tr. Geertruid Brienendr., overl. voor 1574
Hij tr. (2) met N. Zuermont.
Geen kinderen gevonden.

Bronnen:

Nationaal Archief, Kohieren van 10e penning inv. 763, Rijswijk fol. 4, 1553: Glimmer van Rijswijck wordt aangeslagen voor 4 morgen land in Rijswijk ter waarde van 4 gulden per morgen.
Culemborg D286 fol. 33, 1576: In de stadsrekening van 1576 wordt Glimmer van Rijswijck genoemd als ontvangen hebbende 3 gulden en 6 stuivers.
Culemborg R238 fol. 146, 14-6-1577: Quam Gerrijt Zuermont ende constitueerde joncfr. Rijcquina van Otterputh zijne echte huijsvrouw, Glimmer van Rijswijck zijn zwager, Joost van Culemborg Gerrijtsz. ende Hubert Claesz. van Soelmont ende elcx van hun bijsonder ende voer all tontfangen, quiten, te geven ende voorts ad lites in orbus in commune forme cum potestate substituendi ---------- een ijder voor zijn administratie rekeninge ende relignate --- gelovende ende geduijrende ende actum den XIIII junij 1577.
Culemborg D287 fol. 17v, 1577: Glimmer van Rijswijck wordt in deze rekening genoemd als schepen van Culemborg
Culemborg D285, 17-11-1577: Onder de afgehoorde rekening van het jaar 1757 staat de handtekening van Glimmer van Rijswijck. Dit is de oudste hantekening van een van Rijswijck tot nu toe door mij gevonden.
Culemborg R62 fol. 1, 27-9-1578: Dirck Eelgisz. vordert op Glimmer van Rijswijck en zijn huisvrouw. Glimmer van Rijswijck was dus hertrouwd.
Woudrichem R578 fol. 80d, 30-6-1580: "Wij Wouter Gijsbertss Botterman ende Peter Ponssen schepenen der stede van Woudrichem, attesteren mits desen bij ede onder (onsse segelen) ten eernstigen versoucke vande erffge. van Geertruijt Brienendochter za. huijssv[rouw] van Glimer van Rijswijck als daer toe rechtelick gedaeght zijnde etc.

Culemborg R154, 2-10-1581: Schuldbekentenis van Glimmer van Rijswijck aan de zoon van Jan Cornelis Jacobsz. voor 224 gulden. Als ik het goed begrijp had de schuld al op 1 mei 1578 afbetaald moeten zijn.

V - 14 (kind van IV-5)
Maria van Rijswijck, geb. ca. 1530, tr. met N. Boon.
Kinderen:

Jacques Boon, geb. ca. 1550
Assuerus Boon, geb. ca. 1550

N.B. Assuerus Boon was schoolmeester te Antwerpen (daar vermeld van 1576 tot 1609) en werkte daar mee aan de teksten van een zgn. gespreksboek genaamd "Vocabulaire" bestaande uit dialogen in het Frans en Nederlands.

V - 15 (kind van IV-5)
Margaretha van Rijswijk, geb. ca. 1510/1525, tr. met Rutger Crol, zoon van Andries Crol en NN.

Bronnen:

Ons Voorgeslacht 1986. Repertorium op de lenen van de Heren van Vianen, een weer, groot 10 morgen in de Biesen .

12-6-1546: Lijftocht van Margaretha, dochter van Gijsbert van Rijswijk, gehuwd met Rutger Crol Andriesz., op de helft.

Culemborg R231 fol. 4v, 24-9-1575: In haar testament legateert Marijke IJsbrandsdr. de Man aan Gerrit Zuermont en Margaretha van Rijswijck, haar neef en nicht, ieder honderd gulden.
V - 16 (kind van IV-7)
Jan Jansz. van Rijswijck, geb. 1500/1510, overl. St. Omaars, Artesië, tr. met Juster Spierinck, dochter van Nicolaas Spierinck, schepen van 's-Hertogenbosch en Mechteld Monicx..
Hieruit bekend:

Willem van Rijswijck, geb. ca. 1530/1540, volgt VI-19.

Bronnen:

Nederlandse Leeuw jaargang 1930 kolom 176

N.B. Behalve bovenstaand artikel zijn er nog geen bronnen gevonden die iets meedelen over Jan van Rijswijck en Juster

V - 17 (kind van IV-7)
Cornelis Jansz. van Rijswijck, kastelein van Medemblik, geb. ca. 1517, overl. voor 25-9-1586, tr. Judith de Rode van Heekeren, overl. 1559, dochter van Harwich van Heeckeren en Geertruid Schurinck.
Kinderen:

Karel van Rijswijck, sneuvelde in de slag bij Hardenberg op 17 juni 1580.
Hertog van Rijswijck, geb. 1530/1540, volgt VI-20.

Bronnen:

Nederlandse Leeuw jaargang 1930 kolom 208
Genealogische en Heraldieke Bibliotheek 1882 blz. 42 e.v.: Het geslacht van Heeckeren.
Nationaal Archief Den Haag, Grafelijkheidsrekenkamer inv. 508 fol. 340v, 26-1-1571: Cornelis van Rijswijck heeft continuatie verzocht en krijgt die bij deze voor de tijd van zes jaar van het kasteleinschap en het schoutambt van Medemblik tegen een jaarlijkse pachtsom van 28 ponden van 40 Groten Vlaams het pond.
Haarlem, Archief Ruychaver inv. 80, 14-3-1574: Brief van Cornelis van Rijswijck aan geuzenkapitein Nicolaes Ruyckhaver. Cornelis schrijft dat de lening voor 100 hoofden door de Staten van Noord-Holland is toegekend en het geld hiermee gezonden wordt. Ruijchaver moet de overtallige soldaten ontslaan, maar hij moet er wel voor zorgen dat de ontslagenen de burgers geen schade aandoen. Ruijchaver wordt gewaarschuwd dat, mocht dit toch gebeuren, dit op hem en zijn bevelhebbers zal worden verhaald.
Nationaal Archief Den Haag, Grafelijkheidsrekenkamer inv. 509 fol. 369, 18-3-1574: Op deze datum wordt besloten Cornelis van Rijswijck te vervangen door Wigger Allerts die een "groot katholiek man" wordt genoemd. Van Cornelis van Rijswijck wordt verklaard dat: "hem begeven heeft onder die rebellen van zijne majesteit ende van dien huijs ofte slot verlaten ende overgelevert in handen van zelven rebellen..." Sonoij zal er wel het zijne van hebben gedacht en Cornelis bleef gewoon slotvoogd van het kasteel Radbout.
Nationaal Archief Den Haag, Grafelijkheidsrekenkamer inv. 510 fol. 112v, 29-4-1578: Opnieuw wordt jonckheer Cornelis van Rijswijck voor een periode van zes jaar benoemd tot kastelein en schout van Medemblik voor een pachtsom van 28 ponden per jaar.

Repertorium op de lenen van het schoutambt Olst, buurschap Hengforden.
Enen kamp landes geheten die Hackenmarsch of Suytveldermarsch [...] tot enen Stichschen rechte. In 1452: "gelegen in den kerspel van Olst in den buyrscap van Hengeverde"; 1479: dat erve en guet gehieten Hackenmersch".
9-8-1552 (dl. b, fol. 65). Engbert van Heeckeren, wegens zijn afwezigheid onder hulderschap van zijn vader Harwich toe Heeckeren, na opdracht door Victor van Dattelen, burger van Kampen, en zijn vrouw Effze, dochter van Johan Egbertssoon, met de aanspraak op het leen. Get.: Johan van Rechteren en Hermen van Camyna [Kemnae?].
29-3-1558 (dl. b, fol. 78). Engbert van Heeckeren wordt toegestaan het leengoed te bezwaren met een rente van zes guldens per jaar, te lossen met 100 goudguldens.
10-12-1597 dec 10 (dl. c, fol. 55v). Judith van Heckeren, weduwe van Cornelis van Rijswijck, vertegenwoordigd door Johan van Eloys, richter "in 't Nyebroigh", zoals in leven Engelbert van Heckeren beleend was.
4-4-1608 (dl. c, fol. 93). Hertog van Rijswijck, vertegenwoordigd door Arnt Gressinck, burger te Emmerik.
4-4-1608 (dl. c, fol. 93). Herman van Bloys, na opdracht door Arnt Gressinck, als volmacht van Hertog van Rijsswijck, tot nakoming van een op 10-3-1608 tussen hen gesloten overeenkomst.

V - 18 (kind van IV-7)
Johanna Jansdr. van Rijswijck, geb. 1500/1510, tr. Dominicus Tiara.
Verder geen gegevens bekend.

Bron:

Nederlandse Leeuw 1930 kolom 285.

N.B. Dominicus Tiara is samen met Hertog van Rijswijck (de zoon van Cornelis van Rijswijck) in 1587 voogd over Karel van Rijswijck, de zoon van Jacob van Rijswijck, commandeur van Sluis (zie hierboven).

V - 19 (kind van IV-8)
Willem Jansz. van Rijswijck, geb. 1500/1510, overl. voor 1575, tr. NN.
Hieruit bekend:

Jacob van Rijswijck, geb. ca. 1530, overl. voor 8-5-1587, volgt VI-21.

Bronnen:

's-Hertogenbosch R1315 fol. 173v, 12-4-1531: Wilhelmus zoon van wijlen Johannes van Rijswijck heeft verkocht aan het klooster van Maria en Birgitta te Rosmalen gelegen te Coudewater een erfcijns van vijf Carolus gulden uit een stenen huis met gracht, hof, boomgaarden en weiden gelegen te Haaren bij Oisterwijk te Belvert ter plaatse geheten Havelsdonck, tussen de openbare weg, Godefridus Celens, de verkoper zelf en het Grootziekengasthuis te 's-Hertogenbosch; alsmede uit een weiland bij Havelsdonck, en uit de verdere weilanden, percelen e.d. van de verkoper. met een verplichting van een cijns aan een altaar te Haaren. De genoemde rente is losbaarvoor 80 Carolus gulden.
's-Hertogenbosch R1315 fol. 403v, 8-8-1532: Willem van Rijswijck, zoon van wijlen Johannes heeft gegeven ten behoeve van Martinus Timmermans het volledige en vrije gebruik van ..............
's-Hertogenbosch R1315 fol. 418, 7-9-1532: Wilhelmus filius quondam Johannes de Rijswijck ab eodem quondam Johannes et quondam domicella Geertrudis sua uxoris filia quondam Wilhelmi Monicx filius quondam magister Johannes Monicx. Hij draagt een cijns van 12 gouden carolusguldens uit de Havelsdock te Haaren op een Elisabeth, weduwe van Reijnert Cottens.
's-Hertogenbosch R1317 fol. 425, 4-9-1533: Willem, zoon van Jan van Rijswijck etc. draagt een cijns of erfpacht van 2 mud rogge uit land te Breugel op aan Hendrik van den Ham, zoon van wijlen Johannes en aan Gerard Pelgrom van Driel als man van Elisabeth, weduwe van Thomas Koude.
's-Hertogenbosch R1322 fol. 91v, 1-2-1535: Wilhelmus zoon van wijlen Jan van Rijswijck en van juffrouw Geertruid dochter van wijlen Willem Monicx, heeft overgedragen aan Egdius die Keyser zoon van wijlen Henricus, een erfpacht van één mud rogge Bossche maat uit de Byesmanshoeve te Sint Oedenrode en uit twee percelen aldaar bij die Brake en uit een huis en hof, eveneens gelegen aldaar aen die Plaetze, tussen Jacob zoon van Jacob die Smyt en Johannes gezegd Moelner, welke pacht Henricus van Boert zoon van Johannes gezegd Writer gekocht had van Arnoldus van Os zoon van Arnoldus van Os en van Elisabeth zijn echtgenote (en weduwe van Arnoldus gezegd Hulsman) en welke pacht Yda weduwe van Henricus van Boert zoon van Johannes gezeged Writer, verkocht had aan meester Jan Monicx; en welke pacht via erfdeling te recht is gekomen bij genoemde Geertruid dochter van Willem Monicx. 2e dag voor Maria Zuivering 1535.
's-Hertogenbosch R1326 fol. 275v, 11-7-1537: "Condt ende kentlic zij enen eyegelijcken want Willem van van Rijswijck Janssoen hadde vertegen op enen morgen lants gelegen in zevendetien morghen lants onbedijkt in den banne van Baartwijc tussen erfenisse Yewaens van den Hoevel westwaert ende der mannen beemden van Heusden erve oistwaert" etc.
's-Hertogenbosch R1329 fol. 227v, 20-3-1538: Jan van Rijswijck stelt zijn broer Willem van Rijswijck en Dirck van Lieshout aan tot wettige procureurs om zijn al zijn zaken te behartigen zowel in als buiten de stad.
's-Hertogenbosch R1322 fol. 198-200, 26-6-1535: Wilhelmus zoon van wijlen Johannes van Rijswijck en van juffrouw Geetrudis dochter van wijlen Willem Monicx zoon van wijlen mr. Jan Monicx, heeft overgedragen aan Henricus Dachverlies zoon van Jan Dachverlies, een stenen huis, hof, een "cleijjn huys" en bogaarden en grachten en een gedempte gracht geheten Havelsdonck in Haaren bij Oisterwijk, te Belveren; alsmede een hoeve bestaande uit een stenen huis, moerasgrond, de Langenacker, en tevens de Roudenecker, een perceel zandgrond, genaamd de Ervehoff, enz. enz (zeer veel percelen land). De percelen waren belast met pachten en cijnzen. Alles voor 633 gulden. De overige akten zijn akten van betalingsvoorwaarden en borgstelling voor Dachverlies.
's-Hertogenbosch R1330 fol. 215, 3-6-1539: Willem van Rijswijck, zoon wijlen Jans van Rijswijck, van denselven Jannen en joffr. Geertruden sijnre huijsvrouw, dochter wijlen Willems Monicx sone wijlen meester Jans Monicx den Alden tsamen verweckt. Willem verkoopt zijn deel van de erfenis van zijn ouders aan Beelken Jacobsdr. Broessen.
N.B. Nadat Willem zijn deel van de nalatenschap van zijn ouders heeft verkocht, kom ik hem in het Bosch Protocol niet meer tegen. Alles wijst erop dat Willem de Meijerij heeft verlaten en elders zijn domicilie heeft gezocht. Omdat zijn zoon Jacob militair was in het Staatse leger en ook zijn neven en hun nakomelingen in dat zelfde leger dienden, veronderstel ik dat Willem een militaire carrière heeft gemaakt. Helaas zijn hierover nog geen bronnen gevonden.

V - 20 (kind van IV-8)
Jan Jansz van Rijswijck, geb. 1500/1510., overl. voor 1526, tr. Mechtildis van Wijck, dochter van Boudewijn van Wijck en NN.
Kinderen:

Anthonis van Rijswijck, geb. ca 1520, volgt Hij tr. Johanna de Greve, dochter van Hendrik de Greve en Beatrijs Claesdr. Colen.
Kinderen:
1. Jan van Rijswijck, geb. ca. 1550
2. Pauwels van Rijswijck, geb. ca. 1550
3. Hendrixcken van Rijswijck, geb. ca. 1550
Catharina van Rijswijck, geb. ca. 1520/1525, volgt Zij was gehuwd met Jan van Zutphen.
Kinderen:
1. Gerrit van Zutphen, geb. ca. 1550
Aleijd van Rijswijck, geb. ca. 1520/1525, overl. voor 8-3-1580. volgt Zij was gehuwd met Peter Geelmans, zoon van Claes Geelmans en NN.
Kind:
1. Marike Geelmans, geb. na 1550 (was in 1580 nog onmondig)
2. Jan Geelmans, jong overleden
3. Claes Geelmans. jong overleden

Bronnen:

's-Hertogenbosch R1307 fol. 107, 15-9-1526: Johannes van Rijswijck mag enkele cijnsen aflossen. De akte is me verder niet duidelijk, omdat het over allerlei aflossingsvoorwaarden gaat, die voor mij niet begrijpelijk zijn.
's-Hertogenbosch R1313 fol. 146, 1530/1531: Willem en Johannes gebroeders, kinderen van wijlen Johannes van Rijswijck beloven gezamenlijk en onverdeeld onder verband van al hun goederen aan het klooster van de Regulieren genaamd Sint Annacroon gelegen in Driel 300 karolusgulden van 20 stuivers met Pinksteren direct na het overlijden van domicella Geertruida de weduwe van wijlen Johannes van Rijswijck en niet eerder.... 1530/1531: Willem en Jan, gebroederen, kinderen wijlen Jans van Rijswijck beloven te betalen aan het Regularessenklooster van st. Anna te Driel 300 gouden karolusguldens te betalen op st. Pancras in januari voor de overleden juffrouw Geertrui, weduwe van wijlen Johannes van Rijswijck.
's-Hertogenbosch R1317 fol. 456v, 28-5-1533: Willem, Jan en Frans gebroeders kinderen van wijlen Jan van Rijswijck hebben geloofd onder verband van al hun goederen, hebbende en verkrijgende aan broeder Henric Niersbrus van Pes te den Bosch, pater van het klooster van de Regulieren St. Annacroon genoemd gelegen in Driel ten behoeve van hetzelve klooster 300 karolusguldens van 20 stuivers gerekend met Pinksteren eerstkomende te betalen zonder arglist. Of zullen die zelve Willem, Jan en Frans gebroeders schuldig zijn aan de pater ten tijde zijnde van het genoemde klooster ten behoeve van hetzelve Klooster te vesten vijftien karolusguldens erfelijke rente jaarlijks te vergelden uit zekere voldoende onderpanden in de meijereij van den Bosch gelegen en binnen de stad van 's-Hertogenbosch te leveren, en welke erflosrente van vijftien guldens voornoemd die zelven geloven bij namen als voor zullen altijd te mogen lossen met de somme van driehonderd gelijke karolusguldens met de jaarcijns en met de achterstalligheden in welke geloften en voorwaarden voornoemd geschreven zijn ter ranse van een schuldbrief daarin Willem en Jan gebroeders voornoemd etc.
In de marge: 9 januari 1536 schepenen Berkel, Heijm en Erpe ter instantie van Henric.
's-Hertogenbosch R1327 fol. 286v, 20-3-1538: Willem, Jan en Frans, gebroederen zonen wijlen Jans van Rijswijck etc. Ze verkopen een heiveld met een geer van een lopensaat en een heiveld met een geer van 48 roeden, tezamen 10½ bunder land in Venloon (Loon op Zand) aan Jan van Beukelaar
's-Hertogenbosch R1330 fol. 134v., 26-9-1539: Johannes zoon van wijlen Johannes van Rijswijck heeft overgedragen aan Mathias zoon van Lambertus Stooters een hoeve gelegen te Haren ter plekke genoemd Hezeacker, vroeger van Johannes zoon van wijlen Goeswinus van Uden; bestaande uit een huis, gronden, moerassen die Wilhelma, dochter van Peter zoon van wijlen Arnt Goetschalcx, weduwe van Johannes zoon van wijlen Goessens van Uden, aan Johannes zoon van Johannes van Rijswijck had overgedragen; de hoeve is belast met diverse cijnzen en pachten. Jan zoon van wijlen Johannes van Rijswijck verkoopt een hoeve te Haaren op de Heesakker.
's-Hertogenbosch R1329 fol. 227v, 20-3-1539: Jan van Rijswijck stelt zijn broer Willem van Rijswijck en Dirck van Lieshout aan tot wettige procureurs om zijn al zijn zaken te behartigen zowel in als buiten de stad.
Stadsarchief 's-Hertogenbosch inv. 1414, Index 60e penning 1562/1563: Aleyd wed. Peter Geelmans 2/3 huis teynde Kolperstraat 'het zegelken' van Anthonis van Ryswyck cs - 5g 12 st. 3,5 ort..
Stadsarchief 's-Hertogenbosch inv. 1429, Index 60e penning 1577/1578: van Jan Mathyssen van eenen huyse gestaen inde Bursestraet gecoft tegens Arnt Janss van Ryswyck - 4 g 3 st 1 ort.
's-Hertogenbosch R1844 fol. 108, 8-6-1553: Meester Marten de Greve, Daniel Sensz en Adriaen Peter van den Hapart man en momboir van Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Henricx de Greve, naeste magen en verwandten van Jan, Pauwels en Henricxken onbejaarde kinderen van Anthonis Jansz van Rijswijc bij wijlen Jenneke zijn huisvrouw dochter van Henricx de Greve bij Beatrix zijn huisvrouw dochter van Diericx Colen, verklaren dat de momboirs over de onbejaarde kinderen het huis in de Boerdsche straet vernaderd hebben, dat Beatrix ten chijns gegeven had aan Henrick zoon van Gerarts Bernts.
's-Hertogenbosch R1844 fol. 121, 3-11-1553: De kinderen van wijlen Henricx de Greve bij wijlen Severina dochter van wijlen Adriaen Heijden zijn eerste huisvrouw, en haar erfgenamen: Jan, Pauwels en Henricxken, drie onmondige kinderen van Anthonis zoon van Jan van Rijswijc bij wijlen Johanna dochter van Henricx de Greve bij Beatrix dochter van wijlen Claes Colen zijn tweede huisvrouw is een hoeve met aangelag aanbestorven deels in de parochie van Loeven te Tilburg, deels te Oisterwijk. Deze kinderen willen het goed verkopen. Daarom worden door schepenen de volgende momboirs aangesteld Peter zoon van wijlen Claes Geelmans, absent, man en momboir Aleijd zijn huisvrouw, Jan zoon van wijlen Henricx van Zutphen, man en momboir van Ktharina zijn huisvrouw,zusters en Anthonis vader van de onmondigen, Mr Marten de Greve, broeder van wijlen Johanna moeder der onmondigen en Jan zoon van wijlen Jan Pijnappel man en momboir van Cornelia zijn huisvrouw dochter van wijlen Jacop Colen
's-Hertogenbosch R1844 fol. 140, 19-12-1553: Mr Marten en Dominicus, kinderen van wijlen Henricx de Greve bij Severina dochter van wijlen Adriaen Heijden zijn eerste huis vrouw; Adriaen zoon van wijlen Peter van Hapart man en momboir van Margaretha zijn huisvrouw dochter van wijlen Henricx en Severina voorsz, voor henzelven en ook voor Gielis van den Bossche man en momboir van IJken zijn huisvrouw ook dochter van wijlen Henricx en Severina voorsz; Peter zoon van wijlen Pauwels de Greve en Marten Jans van Loeve in huwelijk hebbende Henricxke zijn huisvrouw dochter van wijlen Pauwels voorsz, ter eenre; Peter man en momboir van Aleijd zijn huisvrouw; Jan van Zutphen in huwelijk hebbende Katharijn, beide dochters van wijlen Jan van Rijswijck; Mr Marten voorsz en Heer Peter Colen, canonick van St Jans Evangelisten Kerk te 's-Hertogenbosch, momboirs over de onbejaarde kinderen van Anthonis zoon van wijlen Jan van Zutphen bij wijlen Jenneke dochter van wijlen Henrick de Greve bij Beatrix Colen zijn tweede huis vrouw, ter andere zijde, gaan compromis aan over de hoeve "ten Appel" onder Loeve, die Beatrix ter tochte bezeten heeft.
's-Hertogenbosch R1922 fol. 420, 8-3-1580: Jan Anthonis van Rijswijck, Gerrit Jans van Zuijtphen, Gooswijn en Jan, gebroeders zonen van wijlen Henrick Henricx bakkers, zijn momboirs over Marike onbejaarde dochter van wijlen Peter Claes Geelmans, tweede echtgenoot van Aleijd zijn huisvrouw en over Peterke natuurlijke dochter van wijlen Claes Peter Geelmans. Erfdeling van de goederen van wijlen hun ouders. Uit het tweede huwelijk van Aleijd zijn nog geboren: Jan en Claes, die evenwel jong overleden zijn. R1922 8.3.1580 f 420
V - 21 (kind van IV-8)
Frans Jansz. van Rijswijck, kastelein van Oud-Herlaer geb. 1500/1510, overl. voor 11-1-1570, tr. Heilwich van der Ameijden, overl. voor 31-12-1597, dochter van Daniël van der Ameyden en Geertruida Jansdr. van Vlierden.
Kinderen:

Barbara van Rijswijck, geb. 1530/1540
Frans van Rijswijck, geb. 1530/1540, volgt VI-22.
Johan van Rijswijck, geb. 1530/1540, volgt VI-23.

Bronnen:

's-Hertogenbosch R1346 fol. 84, 18-10-1546: Franciscus zoon van wijlen Johannes van Rijswijck zoon van wijlen Wilhelmus (dit moet zijn Arnoldus) van Rijswijck, van de zelve wijlen Jan en wijlen Geertruida zijn vrouw, dochter van Willem Monicx verwekt etc. Overdracht van een roggepacht met land te Drunen welke roggepacht Willem Jansz. van Rijswijck verkreeg van Cornelis van Santwijck, zoon van Assuerus van Santwijck als man en momber van jonkvrouw Anna zijn huisvrouw, dochter van gemelde Johannes van Rijswijck en Johannes zoon van de zelve Johannes van Rijswijck
's-Hertogenbosch R1361 fol. 448, 13 juni 1553: Frans van Rijswijck, zoon van wijlen Johannes van Rijswijck verkoopt aan Theodorus Nicolai t.b.v. Catte, dochter van wijlen meester Nicolai de Moy verwekt bij wijlen domicella Catharina, dochter van wijlen Arnoldus Monicx een jaarlijkse erfelijke cijns van 12 gld, een huis en 150L land te Haaren Belveren.
's-Hertogenbosch R1377 fol. 428v, 9-5-1560: Rodolphus die Bever en Waltherus die Jeger verkopen een hoeve genaamd "de Hugenoot" gelegen te Helvoirt aan Franciscus, zoon van wijlen Johannes van Rijswijck
's-Hertogenbosch R1384 fol. 273, 13-4-1563: Franciscus van Rijswijck zoon van wijlen Johannes van Rijswijck, kastelein van Oud-Herlaer heeft twintig lopensaat land in Helvoirt, tussen het erf van genoemde Franciscus van Rijswijck aan een zijde en tussen het erf van Jacobus van Arkel Evertsz. aan de andere zijde, strekkende vanaf genoemde Franciscus tot het erf van wijlen Johannes Jacobsz. Betten, alsmede twee lopensaat wel beteelde grond in de genoemde parochie van Helvoirt tussen het erf van genoemde Franciscus aan een zijde en tussen het erf van genoemde Johannes van Arkel aan de andere zijde, strekkende met een einde aan de straat, zoals beschreven in schepenboeken en verkoopt dit erfelijk en wettelijk aan genoemde Jacob zoon van Everard van Arkell en belooft de verkoper de andere schadeloos te houden, behalve een cijns van zeven stuiver.
's-Hertogenbosch R1385 fol. 464, 12-8-1564: Comp. Jonker Goeswijn van Brecht, zoon van wijlen heer Jan van Brecht en jonker Frans van Rijswijck als mombers van de onmondige kinderen van za. Jan van Brecht, heer van Dungen en Anna Monicx, zijn huisvrouw tezamen verwekt. Zij benoemen Adriaan van Brecht en Jozef de Moor als hun representanten en procureurs om een huis in de stad Lier te verkopen.
's-Hertogenbosch R1387 fol. 222v, 10-5-1565: Franciscus van Rijswijck, kastelein van Oud-Herlaer, namens de heer van Peerssum (=Petershem) belooft 320 gulden aan Nicolaes van der Stegen, zoon van meester Claes van der Stegen.

's-Hertogenbosch R1387 fol. 242v, 10-5-1565: Franciscus van Rijswijck, kastelein van Oud-Herlaer, namens de heer van Peerssum (=Petershem) belooft 320 gulden aan Nicolaes van der Stegen, zoon van meester Claes van der Stegen.
Misschien een vergissing van de secretaris dat deze acte er twee keer in staat?
's-Hertogenbosch R1391 fol. 252, 18-12-1567: De kinderen van wijlen Daniël van der Ameyden en Geertruida van Vlierden, onder wie Frans van Rijswijck als man van jonkvrouw Heijlwig en als gemachtigde van jonker Arnt van der Ameyden, transporten land te Gestel bij Herlaer aan Adriaan Lievens van Hoeve.
's-Hertogenbosch R1394 fol. 46, 7-1-1569: Heer Franciscus van Rijswijck, zoon van wijlen heer Johannes van Rijswijck verkoopt land in de parochie st. Lambertus te Vught ter paatse genaamd Cromvoirt "aen die Kerck" tussen de erfgenamen van Paulus van Soemeren en de tafel van de Heilge Geest van Den Bosch aan Gerardus Willemsz. van der Hantaert.
's-Hertogenbosch R1398 fol. 263v, 9-9-1574: Franciscus van Rijswijck, zoon van wijlen Johannes van Rijswijck, had beloofd aan de "Baer van alle zielen" in de st. Jan te betalen een jaarlijke cijns van 20 Carolusguldens en nog een cijns van 20 gulden aan de zusters van st. Elisabeth bij de Tolbrug, uit een hoeve te Helvoirt genaamd "de Zwijnsberch". Zijn zoon Johannes van Rijswijck heeft deze goederen overgedragen aan Paulus Hendricx.
Oirschot N8 fol. 7, 31-12-1597: Testament van Goedevaert van der Ameijden, die van plan is naar Ingolstadt te vertrekken. Hierin worden genoemd wijlen Heilwich van de Ameijden en Frans, Barbara en Jan van Rijswijck
's-Hertogenbosch R1485 fol. 141, 16-12-1610: Peter van de Schoot in naam van Joffr. Barbara van Rijswijck, dochter van wijlen Franciscus, zoon van wijlen Johannes van Rijswijck, verkoopt met procuratie voor de burgemeester van de stad Maastricht verleden de helft in een hoeve land genaamd de Havelsdonck, een stenen huis met erf en hof en boomgaarden, verkregen op 4-5-1551 van (de zonen van ?) Hendrick Dachverlies, schepen van 's-Hertogenbosch aan Rogier van Griensven.

V - 22 (kind van IV-8)
Anna van Rijswijck, geb. 1500/1510, tr. met Cornelis van Santwijck, geb. ca. 1500. overl. voor 2-3-1563, zoon van Assuerus Hendriksz. van Santwijck en Elisabeth Melis Gerardsdr.
Kinderen (misschien uit een eerder huwelijk van Cornelis):

Zweder (Assuerus) van Santwijck, geb. 1520/1525
Maria van Santwijck, geb. 1520/1525
Jan van Santwijck, geb. 1520/1525
Eva van Santwijck geb. ca. 1525

Bronnen:

Repertorium op de lenen van de heren van Vianen, Ons Voorgeslacht 1986 en 1988.
's-Hertogenbosch R1316 fol. 450, 27-6-1532: Willem en Frans, gebroederen, kinderen wijlen Jans van Rijswijck, voor henselven en voor juffr. Anna huerder suster, dochter wijlen Jans van Rijswijck voirsz. Het gaat over schulden die hun overleden ouders hebben achtergelaten en die naar hun mening nu vervallen zijn.
's-Hertogenbosch R1323 fol. 390v, 19-6-1535: Doordat hij kinderloos overlijdt, zijn Willem, Jan, Frans en Anna eerste erfgenamen van Jan Monixc, broer van hun moeder. De weduwe joffr. Willemke behoudt de tocht van een erfpacht van 2 mud rogge op land gelegen te Drunen.
's-Hertogenbosch R1346 fol. 84, 18-10-1546: Franciscus zoon van wijlen Johannes van Rijswijck zoon van wijlen Arnoldus van Rijswijck, van de zelve wijlen Jan en wijlen Geertruida zijn vrouw, dochter van Willem Monicx verwekt etc. Overdracht van een roggepacht met land te Drunen welke roggepacht Willem Jansz. van Rijswijck verkreeg van Cornelis van Santwijck, zoon van Assuerus van Santwijck als man en momber van jonkvrouw Anna zijn huisvrouw, dochter van gemelde Johannes van Rijswijck en Johannes zoon van de zelve Johannes van Rijswijck
V - 23 (kind van IV-10)
Adriana Adriaensd. van Rijswijck, geb. ca. 1490, overl. voor 14-7-1592, tr. met Adriaen Jansz. van Polanen, overl. voor 2-2-1571, zoon van Jan Dircksz. van Clootwijck en NN.
Hieruit bekend.

Jan van Polanen, geb. ca. 1515/1520, won. Dordrecht, overl. voor 1558, tr. Elisabeth Pietersdr van Scharlaken, dochter van Pieter van Scharlaken en Geertruijd Halling.
Adriaen van Polanen, geb. ca. 1515/1520.
Willem van Polanen, geb. ca. 1515/1520.

Bron:

Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol.30v, 16-5-1518: Willem van Rijswijk voor Adriaen dochter van Adriaen van Rijswijk na het overlijden van Jan haar broer.
Nassause Domeinraad inv. 7320 fol. 122, 20-3-1519: Adriaan van Polanen wordt beleend met 9 morgen land in Ganswijck na het overlijden van zijn vader Jan Dircksz. van Clootwijck.
Heerlijkheid Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 8, 27-4-1536: Adriana van Rijswijck, de oudste dochter van Adriaan van Rijswijck, wordt beleend met 8 morgen tienden te Eethen in de "Oude Weijde". Haar gecoren voogd is Herbert Hermansz.
Gorinchem R127 nr. 424, 7-5-1547: Transport. Jonkvrouw Adriana van Rijswijck, huisvrouw van Adriaan van Polanen verkoopt al haar onroerende bezittingen in Rijswijk aan Aerdt Spierinck van Aelburch. Aanwezig zijn ook haar drie mondige kinderen Jan, Adriaan en Willem.
Nationaal Archief Den Haag, Heren van Altena, inv. 68 fol.30v, 1549: Aernout Spiering van Aalburg bij overdracht door Lyonis van Weiburg voor Adriaen van Rijswijck, gehuwd met Adriaen van Polanen. Bevestigd door Jan en Adriaen van Polanen.
Heerlijkheid Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 11v, 25-7-1554: Joncvrouw Adriana van Rijswijck, wettige dochter van Adriaan van Rijswijck, krijgt het recht om bij testament te beschikken over de thienden die zij in leen heeft van het Huis van de Heerlijkheid Eethen en Meeuwen.
Heerlijkheid Eethen en Meeuwen inv. 41 fol. 17v, 3-3-1571: Wederom Joncvrouw Adriana van Rijswijck, nu weduwe van Adriaan van Polanen, en wederom over de tienden in Eethen. Helaas kan ik het stuk niet goed lezen
Heerlijkheid Eethen en Meeuwen inv. 44 fol. 38, 14-7-1592: In de vererving van de 8 morgen tienden in Eethen zien we dat van Adriana van Rijswijck het leen in 1592 gaat naar Jan Jansz. van Polanen (haar kleinzoon?).
V - 24 (kind van IV-11)
Adriaan Willemsz. van Rijswijck, schepen van Woudrichem 1567 en 1568, geb. ca. 1490/1500, overl. tussen 27-4-1569 en 23-5-1571, tr. met Alijdt Vernoert. Dit gezin woonde in Woudrichem.
Hieruit bekend:

Dirck van Rijswijck, geb. 1520/1525.
Willem van Rijswijck, geb. 1530/1540, overl. voor 22-8-1577, volgt VI-24.

Adriaan van Rijswijck mocht zich magister noemen wat in die tijd betekende dat hij een 5 à 6 jaar durende universitaire studie had afgerond.

Bronnen:

's-Hertogenbosch, Collectie van het Rijksarchief inv. 13 fol. 71, 18-10-1535: Meester Adriaan van Rijswijck Willemszoon ontvangt als procuratie hebbend van Willem van Haastrecht 5 morgen land in Rijswijk. Deze onmondige Willem van Haastrecht was de kleinzoon van Anna Dircksdr. van Rijswijck. Zij was de tante van meester Adriaans vader Willem van Rijswijck. Willem van Haastrecht en meester Adriaan van Rijswijck waren dus achterneven van elkaar.
's-Hertogenbosch R1351 fol. 48, 3-1-1548. Akte van substitutie. Margriet, weduwe van Willem van Haastrecht (zie generatie III-4 kind 1), stelt mr. Jan van Margen aan ter vervanging van haar huidige procureur mr. Adriaan van Rijswijck
Gorinchem R116, 16-12-1549: Dirck Adriaensz. van Rijswijck en Adriaen Hendricksz. Seemschoenmaker komen een betalingsregeling overeen i.v.m. met de koop van 5 hont lant van 10 hont die ze samen ongedeeld bezitten aan de Hoge Giessen.
Gelders Archief, Heerlijkheid Nederhemert, inv. 357, 24-1-1567: Adriaen van Rijswijck, schepen in Woudrichem, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
Gelders Archief, Heerlijkheid Nederhemert, inv. 358, 20-5-1567: Adriaen van Rijswijck, schepen in Woudrichem, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
Gelders Archief, Heerlijkheid Nederhemert, inv. 359, 10-3-1568: Adriaen van Rijswijck, schepen in Woudrichem, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
Heusden R313 fol. 18v, 27-4-1569: Cool Dircxz. belooft mr. Adriaan van Rijswijck wonend te Worcum een erfelijkse cijns te betalen vanaf de meidag 1570 over drie morgen land gelegen in de ban van Hedikhuizen.

Heusden R313 fol. 19, 23-5-1571: Willem van Rijswijck, zoon van Alijdt Vernoert, weduwe van wijlen Adriaan van Rijswijck, wordt door zijn moeder gemachtigd om een erfelijke cijns van een Philippusgulden van Cool Dircxz. wonend te Honsenoord te transporteren ten behoeve van Alaert Woutersz. Deze akte is van 13-7-1577 en betreft het transport van dit cijns door Alaert Woutersz. ten behoeve van Cornelis Willemsz. van Wijck zijn neef.
Deze Alaert Woutersz. komen we in de bronnen ook tegen als gemachtigde van Govert Jansz. van Rijswijck (generatie VI-3).
Woudrichem R578 fol. 17v, 17-3-1579: Akkoord tussen Adriaen Goessensz, als man ende voogd van Beatris Petersdochter ter eenre en Andries Vos als gemachtigde van Jenneke Vernoert ter andere zijde betr. de erfdeling van de goederen van wijlen Willem van Rijswijck d.d. 22-8-1577. Willem is dus vermoedelijk zonder nakomelingen overleden.